Enige tijd geleden kreeg ik een trommelduif op bezoek. Daar zit muziek in, zult u zeggen. Tot op zekere hoogte was dat zo. Het beestje trippelde in de dakgoot.
Er klonk een wak- wak geluid, in combinatie met klokkend gefluit. Als de duif op dreef kwam, zong hij een duet met zichzelf en leekt ’t of er ergens een tweede herrieschopper op mijn huis domicilie had gekozen.
De trommelaar was een ‘hij’ dat had ik intussen vastgesteld want mijn duivenkennis is groot.
Mooi vond ik de blauwe vogel niet, de onbekende muzikant leek een beetje op een vuilnisbakkruising tussen post- en stadsduif. Mijn buurman Ed ,die twee sierduiven heeft, kwam op ’t wonderlijke geluid af en zei:’dat is een Turkse trommelduif!’
Waar hij die wijsheid vandaan had, Joost mocht ‘t weten. Ik had m ’n twijfel.
Na een dag liep de vreemde trommelaar mijn duiventil binnen. Duivenmelkers beweren wel dat hun duiven elke vreemdeling er met snavelpikken en vleugelklappen uitgooien. Maar niks gebeurde, terwijl die nieuwe toch heel anders koerde dan zij gewend waren.
Op de drumsolo’s die de brutale vlerk ten beste gaf, hadden ze geen passend antwoord. Op z’n zitje keek hij met zijn lichte kraaloogjes rond met een air van; hier ben en blijf ik!
Omdat het dus een trommelmannetje was, moest er natuurlijk een dito vrouwtje komen. Ik belde Sierduiven- Koos die op vogelmarkten geregeld bijzondere fladderaars scoorde. Hij kwam prompt met een trommelmeisje op de proppen.
De nieuwe geliefden kregen een hokje in mijn fietsenschuur Het wak- wak- fluit- klok- mannetje was meteen een stuk rustiger. Veel mannen hebben dat. Als ze onder elkaar zijn het hoogste woord en komt vrouwlief in de buurt dan zingen ze direct een toon lager. De kersverse duivenbruid zei niet zoveel trouwens. Er werden eieren gelegd en jonkies geboren.
En ik wou nu wel eens exact weten met welk soort trommelduif ik van doen had. Uit de boekhandel – rommelbak viste een lijvig baksteendik boek getiteld:’De 500 mooiste duivenrassen van A tot Z van Hans Joachim Schille en Josef Wolters.
Na wat bladeren en zoeken kwam ik via de Bulgaarse tuimelaar, de Deense Raadsheer en de Roemeense kaalhals, vrij snel uit bij de Altenburger en Arabische trommelduif. De Schmöllner, Harzburger en Tsjechische trommelduiven kwamen niet in aanmerking want zij hadden sokkenpoten.
Altenburger klonk dichtbij en vertrouwd. Arabisch was exotischer maar Ed had het niet helemaal goed want Arabieren zijn geen Turken.
Het Altenburger ras komt uit Oost- Thüringen, vertelde mijn dikke sierduiven- boek, De duiven hebben een kop met hoog voorhoofd en een naar achteren hellend profiel. Ze beleven groot plezier aan hun wak- wak- trommel geluid. De best trommelende duif krijgt op de tentoonstelling de eretitel’ Kampioenstrommelaar’.
De Arabische zouden echter bij trommelwedstrijden ongetwijfeld als beste uit de bus komen. Hun stem is hoger dan bij de Altenburger drummers en het geluid wordt op een zingende manier geproduceerd. Het kleurscala is groot. Ze zijn zeer vruchtbaar en het komt voor dat de duivinnen ook trommelgeluiden maken, een eigenschap die bij andere rassen ontbreekt.
Verder kwam ik te weten dat er in Nederland zelfs Trommelduifverenigingen bestaan. Een telefoontje met een bestuurslid van zo'n club uit Rijssen maakte me heel wat wijzer en hielp me uit de droom dat trommelduiven minder mooi waren dan postduiven.
Trommelduiven waren om precies te zijn erg interessante en mooie vogels en zeker niet lelijker dan postduiven, die bovendien ook nog eens niet konden trommelen. En als ik dat niet geloofde moest ik maar even in Rijssen komen kijken.
Verder kwam ik te weten dat er in Nederland zelfs Trommelduifverenigingen bestaan. Een telefoontje met een bestuurslid van zo'n club uit Rijssen maakte me heel wat wijzer en hielp me uit de droom dat trommelduiven minder mooi waren dan postduiven.
Trommelduiven waren om precies te zijn erg interessante en mooie vogels en zeker niet lelijker dan postduiven, die bovendien ook nog eens niet konden trommelen. En als ik dat niet geloofde moest ik maar even in Rijssen komen kijken.
De vraag wat er nu eigenlijk in mijn schuur zat, kon ik niet trefzeker beantwoorden. Het mannetje was een kras, blauwgespikkeld dus, het wakte en zong. Zijn vrouwtje droeg een roodbruin gevlekte robe of outfit en ze hield haar snavel.
Waarschijnlijk had ik een trommelhuwelijk tussen een Arabische en Altenburger duif gearrangeerd, een tambour-maître en een majorette. Hoe dan ook hun kinderen groeiden voorspoedig op.
En er waren warempel een paar zeldzame postduivenhouders die wel zo’n vrolijke sierduif bij huis wilden. Koos zag er wel handel in. Omdat hij de bruid geleverd had, kreeg hij een voorkeursbehandeling.
Gerard, Remco en ook buurman Ed kwamen op de wachtlijst. Mijn Altenburger- Arabische duo leverde op bestelling en had daar hun snavels vol aan.
© c.u.
Een heel leuk verhaal.
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor het mooie verhaal.
BeantwoordenVerwijderenIk was niet eens op de hoogte van het bestaan van trommelduiven.
http://edepot.wur.nl/178877
@Antoinette; het was ook zo'n grappig vogelbeestje
BeantwoordenVerwijderen@Luc Suy:wist ik ook niet maar er zijn veel meer sierduiven met uitzonderlijke namen