dinsdag 22 mei 2012

Schaapjes tellen of hoe ver is ver

schaapjes tellen in de mist
 ‘Hoe ver is mijn heide’, een zin die opeens in  m ’n kop speelde, ergens  in de nacht; ik lag weer eens wakker.
 Het was een regel uit een lied dat mijn zuster, nu mevrouw Dunnebacker, en ik meer dan 50 jaar terug  ontroerd tweestemmig zongen. Het refrein ; hoe ver is mijn heide,  drie x en de laatste maal met een uithaal.

 Ik wist hoe ik ten naaste bij op dat middernachtelijk uur bij woorden als ver en afstand belandde. Op de duiven- inkorfavond waren sommige duivenmannen wat  boos omdat onze duiven in ongeveer drie weken van 200 naar 600 km gingen. Pommereuil, Sint Quentin, Mantes La Jolie en Salbris; dat waren veel te grote stappen meenden Gerard en Gerrit.
Ik vond dat onzin; een duif had immers geen idee van tijd en afstand.
‘Denken jullie nou heus’, zei ,Marinus onze  lange afstandvlieger,’dat een duif op de losplaats in Orleans bij zichzelf denkt; mijn lieve hemel, wat ben ik een roteind van huis!’
Remco die genoot van een ijskoele chocomel, deed bedachtzaam zijn duit in ’t zakje :’Nee Gerrit een postduif draagt geen horloge en doet het zonder kilometerteller.
 Een verhitte discussie ontbrandde terwijl we ons volgoten met  Spa rood, Cassis, Jus d’orange en Bitter lemon.
Alleen Gerrit dronk jenever; hij vond van 300 naar 600 km toch wel al te bont .  

En zo kwam het  dat ik in het holst van de nacht opeens aan een kinderliedje dacht.
Op de grote stille heide dwaalt de herder eenzaam rond wijl zijn witgewolde kudde trouw bewaakt wordt door de  hond.’
Schaapjes tellen en in slaap sukkelen was  de dieptestructuur van mijn gedroom. Hoe ver was mijn heide. Nou  niet  om de hoek. Ja,schapen  compleet met herder en hond zag je wel  bij ons in het Stadsplantsoen, het Waterwingebied of de Stadwei van Kattenbroek. Daar vraten ze als levende gazonmaaiers alles kort en klein. Telkens verhuisde zo’n  kudde naar een andere locatie in de Gemeente.
Mijn naam is Jacolien en ik ben ook een dromerig tiepje

Niks heide en ver; gewoon dichtbij huis naast de deur. Nog recentelijk zag ik zo’n  authentieke herder met beesten op een sterk glooiende helling aan de voet van de Amersfoortse wolkenkrabber langs de A1  tegenover de afslag Spakenburg. Zijn  witgewolde kudde verrichtte  halsbrekende toeren om ook op de moeilijkste plekken  het groen te millimeteren.
Toch niet zo’n gek idee: schapen in plaats van grasmachines, bos- en gazonmaaiers;  veel goedkoper en  minder lawaaierig.
Afgezien dan van die stinkschapenkeutels. Met die gedachte viel ik terug in slaap en vertrok  naar dromenland. Mijn verre heide was het onbereikbare Nergenshuizen. Ik moest het doen met een park, een speelweide of een groenstrook: bepaald geen biotopen om sentimentele liedjes bij te zingen.
© c.u. 

2 opmerkingen:

  1. Ook veel mooier en per definitie rustiek.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig, Cor ! Nooit gedacht dat de wereld van de duivenmelker zo boeiend kon zijn...;o)

    BeantwoordenVerwijderen