Eksters zijn lid van het boevengilde in de vogelgemeenschap.
Vroeger waren ze derhalve vogelvrij. Je
kon ze ongehinderd doodschieten met katapult, pijl en boog of jachtgeweer. De
ekster was schadelijk. Ze jatte bij de kippenboer kuikentjes. Dat werd niet gewaardeerd.
Verder was familie ekster gek op
bling bling glinsterdingetjes. Ze pikte sieraden, lepeltjes, bedeltjes, ringetjes,
armbandjes, speldjes en zo meer. Alles
sleepte ze naar haar hoge nest in eik,
wilg of populier. Volgens mij is dat een fabeltje.
In mijn verre jeugd haalde
ik elk eksternest uit dat ik zag en nooit heb ik, afgezien van die groenbruin gespikkelde eitjes ,iets van
waarde aangetroffen.
\Moeder was aan de afwas, ze deed haar trouw- of
sierring af,legde die ergens neer, in de vensterbank en het raam stond open.
Later was de ring weg. Ze had een ekster horen schetteren. Bingo; dat beest moest
de schuldige zijn. In werkelijkheid zat
de vork misschien anders op de steel. Ze had de ring verloren . En nu was die
met afwaswater weggespoeld of zoiets. Ze durfde dat niet te vertellen.
Er
kunnen andere scenario’s zijn geweest, vul maar in. Maar goed de ekster was de
gedoodverfde dievegge.
Een ekster is een inlandse vogel en het woord zal
bij voorkeur vrouwelijk gebruikt worden meldt mijn Wolters Koenen
Handwoordenboek. Ze lijdt ook nog aan kleptomanie want ze steelt onnuttige
dingen. Hoe dan ook ik vind die schetteraars vanuit een zeker perspectief
rotbeesten, punt uit basta.
Sinds lang geleden
heeft de overheid besloten dat de ekster
met andere herrieschoppers zoals, kraai, raaf, kauwtje en Vlaamse Gaai
die allemaal familie zijn, wettelijk beschermd dient te worden. Dat ze het
leven van allerlei lieve zangvogeltjes verzuren is part of the game. ‘De natuur
mot z’n loop hebben, dat ken ik billikken’, schreef Kronkel- Carmiggelt ergens
.
Op het moment dat ik dit schrijf tettert buiten een
ekster en laten merels hun alarmriedel horen. Er is weer stront aan de knikker
in vogelland. Eksters praat me er niet van.
Mijn
vogelhokje was voor ’t eerst bewoond.
Dat was een heuglijk feit. Eitjes, jongen, met insecten, meelwormen en allerlei
kriebelbeesten af en aanvliegende pa en moe mees. Met spanning zag ik naar de
dag uit dat de jonkies gingen uitvliegen. Dat zou een feest zijn. Mis!
Op een
middag toen de jonge mezenbende 5 man sterk uit het vlieggat tuimelde en even
daarna van her en der uit de tuin naar Pa en Moe riepen:’Kijk mij eens, hier
zit ik, ik kan al een beetje vliegen met losse handen’, doken uit het niets
twee eksters en een kraai op. Ze grepen de piepende meesjes en vlogen met hun
spartelende prooi naar een hoge boom of flat. Het werd op slag stil in de tuin.
De gelukkige familie Mees bestond niet meer.
Je staat er
bij en kijkt er naar. Zielig toch! Maar ja, dat is de natuur nu eenmaal! Soms valt er echter met eksters wel te lachen
Vorige week dronk ik koffie met Harm, Jan en Oude
Bertus, allemaal duivenvrienden.
Harm mopperde:’ moet je horen, eksters hebben
mijn plastic eieren gestolen. Ik was in ‘t
hok bezig met het schoonmaken van de broedschotels. Buiten had ik zes
kunststofeieren zolang op de tuintafel liggen.
Af en toe moet je toch aan geboortebeperking doen of niet, anders krijg
je te veel jonge duiven. Toen ik de eitjes
wilde omwisselen , lag er niks. Nog net zag ik zo’n zwart wit kreng met
mijn ei in de bek weg klapperen. Begrijpen jullie dat. Wat moet zo’n stom beest er nou mee, snapt ie niet dat het nep is!’
’Nee’, lachte Jan,’dat hebben je duiven ook niet in de gaten; die zitten
rustig 18 dagen of drie weken voor nop te broeden. Wout zei me laatst na het inkorven dat hij op
advies van z’n broer de eieren een tijd in het diepvriesvak had gelegd.
Hartstikke koud en bevroren kwamen ze weer onder de duiven.’
‘Enne werkte dat’,
informeerde Harm argwanend. Nee,
want die eieren kwamen toch uit sprak Wout met een stoïcijns gezicht.
‘Ik zou ’t gezicht van zo’n ekster wel willen zien’,
zei ik, zo’n beest vliegt normaal
met een ei naar een rustig plekje, laat
het stuk vallen en smikkel- slurpt de inhoud lekkertjes naar binnen. Nu heeft
ie een ei dat niet stuk te krijgen is. Hoe vaak ze het ook kapot gooit, er komt geen barst in. Dan voel
je je als ekster toch voor aap staan!’
‘Net goed’ bromde Bertus,’smerige beesten zijn het.
Van mij mogen ze dat tuig allemaal afschieten. Harm knikte; die laatste zin
klonk hem bekend in de oren.
’Maar ze zijn beschermd en zo erg is het toch ook
niet. Je koopt gewoon nieuw.’ suste Jan.’
’Dat kan’, bromde Bertus,’maar ik zou als ik jou was ergens stenen- of kalkeieren
op de kop zien te tikken. Die gebruikte m ’n vader vroeger.’
‘En een ekster zal ze niet gauw meenemen, want ze
zijn zwaarder, haha, daar tilt ie zich
een breuk aan’, lachte Jan met de
volumeknop in de hoogste stand.
Daar moest oude Bertus ,die de wereld om zich heen standaard nuchter en somber bekijkt, toch om
glimlachen.
©c.u.
men moest eens weten hoeveel vogel soorten er onderling eieren en jongen jatten. Echt niet alleen de familie kraai Dat gemopper op deze dieren doet mij pijn.
BeantwoordenVerwijderen@Antoinnette; dat weet ik natuurlijk wel en je weet best dat ik het allemaal niet zo erg vind
BeantwoordenVerwijderenik moet altijd lachen om die mopperkonten,vooral wanneer ze een losse tak uit een boom willen plukken voor nest reparatie.eindeloos geduld,eindeloos geklungel.In mijn tuin komen ze gelukkig niet.
BeantwoordenVerwijderen