Een duif waar je je petje voor mocht afnemen;de fameuze 89 met jong (van wijlen Dick Jacobs) |
Af en toe kwam er in het Reclameblok
van de televisie vroeger wel eens een spotje voorbij van een bedrijf dat
iets met kantoorwerk te maken had.
Je zag een overwerkte man die uit het raam keek. Hij ontdekte aan de
overkant een witte duif met een toverhoedje op.
Hij wreef zich in z'n ogen omdat hij
meende te dromen, riep zijn secretaresse maar dan was de vogel al weer gevlogen.
Enige tijd geleden liep ik op de Hof,
't grote plein in onze stad. Het wemelde er van stadsduiven. De markt was net
gesloten en de gemeente reiniging en de duiven waren het plein aan 't opruimen.
De duiven renden driftig heen en weer
voor de veegwagens met hun waterstralen
en pikten alles op, wat ook maar
enigszins eetbaar was: patat met mayonaise, onduidelijke kruimels en groente
resten.
Duivenliefhebbers kijken met andere
ogen naar zulke zwerfduiven dan de gemiddelde burger. Ze zien in zo'n
vreemdelingen legioen de vele zieke en gewonde duiven. Duiven met of zonder
poten, maar soms lopen er fraaie postduiven tussen.
Ik moest denken aan een verhaal
dat Mart me eens vertelde over de
heldendaden van zijn vader die ook
duiven hield. Die had een vriend die op zondag graag naar de pleinduiven keek.
‘ M' n ouwe heer wilde een geintje
uithalen,’ zei Mart,’ daar was ie goed in!’
Hij voerde de dieren en ving er een
stelletje. Thuis knipte hij van wat oude giro enveloppen de hoekjes, deed er
een beetje stroop of glutonlijm in en plakte zo de duiven een voor een, een puntmutsje op hun
kop.
‘Hoe kreeg je vader die duiven te
pakken,’ onderbrak, ‘ zo makkelijk ging
dat toch zeker niet!’
‘ Oh, heel simpel; met zwart
naaigaren,’ verklaarde Mart. ‘ Hij trok
een heel stuk van 'n garenklosje af, legde dat uit over de stenen en strooide
wat voer. De hongerige duiven
raakten met hun poten verward in dat fijne draad en mijn pa kon ze dan zo naar
zich toe halen. Eigenlijk was hij op die manier naar duiven aan het hengelen.’
Ik keek hem ongelovig aan. Maar hij
ging onverstoorbaar door.
‘ De duiven droegen dus hoedjes ,maar
ze moesten ook wat aan de poten hebben, vond hij. Van het witte papier maakte
hij kokertjes die aan de uiteinden een beetje rafelig geknipt werden. Die
bevestigde hij rond de duivenpootjes. Mijn vader was bonthandelaar. Hij knipte
stukjes bont en plakte die op de tenen
en op die kokertjes. Nu leek 't van een afstand of de duiven bontlaarsjes aan
hadden.
Vervolgens liet hij ze weer los. En
met enige spanning wachtte hij de berichten van Toon, z'n duivenmaat af.
‘Moet je nou eens horen,’ riep die
bij 't inmanden van de duiven de vrijdag daarna.
‘ Op de Hof lopen duiven met petjes
op!’
Iedereen lachte.
‘Dat heb je zeker gedroomd of je hebt
een beetje te diep in het glas gekeken,’ schaterden de liefhebbers.
‘ Nee,’ zei Toon, ik heb 't zelf
gezien, ik heb getuigen. Ze droegen ook sokjes!’
Hij had beter niks meer kunnen zeggen
want de vrolijkheid steeg ten top.
M'n vader vertelde hoe de vork in de
steel zat en toen kon Toon er zelf ook wel een beetje zuurzoet omlachen.
©c.u.
sterk verhaal, Cor.
BeantwoordenVerwijderen