Ed en Willem Bever aan de bar |
Wie veel praat heeft meestal
weinig te zeggen en wie een hoop schrijft heeft misschien niet veel te
vertellen.
Zo ken ik een duivenmelker uit Putten die erg spaarzaam met zijn woorden omgaat.
Zo ken ik een duivenmelker uit Putten die erg spaarzaam met zijn woorden omgaat.
Hij vliegt hard, luistert en laat anderen praten.
Kortom hij is nu eenmaal niet op het spreekgestoelte geboren. Laat anderen maar kletsen, hij draait z’n duiven aan de lopende band.
Kortom hij is nu eenmaal niet op het spreekgestoelte geboren. Laat anderen maar kletsen, hij draait z’n duiven aan de lopende band.
Bij ons in de club daarentegen heb je paar melkers die altijd het hoogste woord hebben. Ze zitten vol bedenkelijke grappen en grollen en kunnen zich vreselijk opwinden over voetballers die van Ajax en Feyenoord voor astronomische geldbedragen naar Barcelona of Inter verhuizen.
Vooral dat geld interesseert hen! Aan hun duiven valt geen eer te
behalen. Die vliegen onregelmatig prijs,
zijn maar een paar euro waard, hebben dikke koppen, raken van het hok, of
worden door haviken opgevreten, Ze weten wel precies hoe het allemaal moet met
kweken, africhten, medische verzorging en voederschema’s en zo, maar anderen
doen het altijd verkeerd.
Een duivenclubhuis is natuurlijk
ook een soort praathuis, kompleet met eikeltjeskoffie en een glaasje
beukennotenprik, zoals in de fabeltjeskrant.
Met bijvoorbeeld aan bar Ed en
Willem Bever van de overnachtfond, Gerrit de Postduif als generaalspeler, Bor
de Wolf van het jonge duivenspel en
achter de tap juffrouw Ooievaar en Myra Hamster.
Zo zou het er zo’n
beetje uitkunnen zien in ons inkorflokaal van het Grote Dieren – Duivenbos.
En dat er fabeltjes verteld
worden, reken maar! Je moet koppelen bij volle maan. Sommige duiven hebben een kweekoog. Bor de
Wolf beweert dat hij babyvoeding aan zijn jonge garde geeft.
Gerrit laat z’n
kampioenen kruidenazijn drinken. Ed geeft zijn gevederde vrienden
varkenscompost, want modder is goed voor de gezondheid en Willem denkt dat de
tortels die in de tuin lopen z’n duiven
met gemene kwalen besmetten.
Om terug te komen op onze zwijgzame melker uit
Putten. Je hoort hem niet over zulk geneuzel. Hij zou natuurlijk een
ongezellige gast in het Praathuis zijn maar een groot kampioen zegt niet veel.
Bij hem moet je wel zijn als je de kneepjes van het duivenbedrijf wilt leren.
En die veelschrijver uit het begin? Misschien kent U na lezing van dit gebabbel
wel iemand die aan dat signalement voldoet.
C.U.
De duivenwereld kom ik alleen tegen op jouw blog en ik geniet er van.Beslist.Twee duiven en twee koerbeestjes bezoeken deze winter mijn terras waar speciaal voor hen een schoteltje voer staat.De koerduiven eten beschaafd,die andere twee weten niet hoe snel ze alles naar binnen moeten schransen.Als ze weg zijn vul ik de schotel weer en komt het kleine grut,vinken en mezen om een zonnepit of zo mee te nemen de boom in.Maar in een kleine tuin zijn die twee duiven enorm groot.En nu schrijf ik te veel!!
BeantwoordenVerwijderenMooi Cor...een leven zonder vleugels is maar niks....
BeantwoordenVerwijdereniedere vogel zingt zoals-ie gebekt is zijn gevleugelde woorden ;-)
BeantwoordenVerwijderen@Annet;zo is het maar net, vroeger droomde ik wel dat ik boven het dorp vloog.
BeantwoordenVerwijderen@Leboton; maar soms is het wel een gesnater van heb ik jou daar in het duivenlokaal is het vaak net een Poolse Landdag of een debat in het Britse Lagerhuis