vrijdag 29 maart 2013

Zomers Buiten





Mijn Amsterdamse dochter huurt in hartje Jordaan  haar huis van de Woningbouwvereniging “Zomers Buiten”.Een wat misleidende naam die suggereert dat je ’s winters ‘binnen’ bent, ofwel in de stad woont en dat je in de zomermaanden ergens buiten in de vrije natuur een buitenhuisje tot je beschikking hebt. Echter, dochterlief woont met mijn kleinkinderen het hele jaar midden in de stad.
Duiven kunnen zomers ook buiten wonen. Ik heb daarmee niet de vele flat-,  zwerf - en stadsduiven op het oog, maar postduiven.
Voor twee van mijn eigen duiven, mijn enige kweekkoppel zal ik maar zeggen, heb ik het al jaren zo georganiseerd dat zij gedurende de zomermaanden in de zogenaamde buitenbak nestelen en dat ze daarna overwinteren in het ‘grote’ duivenhok.
Het betreft hier  ‘de Botter en de Muis’. Ze zijn beide 10 jaar oud, zijn al 8 jaar bij elkaar en wonen zomers buiten in een soort konijnenhokje dat op allerlei plaatsen in de tuin aan schuttingen en muren hangt. Ze vliegen gewoon uit, zitten het halve jaar nagenoeg buiten en zijn  medicijnloos kerngezond.
De doffer, de Botter, heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij afkomstig is van Spakenburg; zijn duivin is een muisgrijze schalie.

Als je een paar duiven zo buiten hebt zitten, heb je daar steeds het zicht  op en zie je opmerkelijke dingen. Zo heeft het tweetal zijn territorium behoorlijk uitgebreid. Haast de halve tuin beschouwen ze als hun grondgebied, terwijl de nestduiven en weduwnaars in het echte hok eigenlijk alleen hun broedbak hebben. Met name de Botter jaagt alle andere duiven en vogels op het straatje voor zijn buitenbak weg. Mussen, merels  en tortels krijgen een klap met de vleugel of een optater van de Bottersnavel, zelfs een Vlaamse Gaai moest een keer haastig het veld ruimen. 
Ook van de kat en de hond trekken de beide buitenduiven zich niks aan en als de baas al eens een verjaardagstuinfeestje geeft met een 20-tal gasten, zijn ze daar helemaal niet van onder de indruk; ze vliegen gewoon tussen de bezoekers  door en landen op het tuintafeltje tussen de bierflessen en frisdrank

Het enige wat het buitenbak koppel niet zo fijn vond was een wespennest in de heg. Daar hadden Muis en Botter geen antwoord op; nadat ze waren gestoken  liepen ze  alle twee een paar dagen mank.  Omdat het duivenechtpaar zo klein behuisd is, afgezien van  het grote erf dan, zitten ze af en toe samen op eieren en jonkies. Dat levert soms wel gedeukte eieren op. 
Wanneer het kroost een dag of veertien oud is, gaan Muis en Botter ijverig op zoek naar een ander buitenhuisje of datsja  om een nieuw nest te beginnen, maar aangezien dat er niet is raken ze behoorlijk gefrustreerd en kruipen in allerlei hoeken en gaten op zoek naar nestgelegenheid.

De jongen die het echtpaar jaarlijks grootbrengt worden, als , ze zo te zeggen, in de puberteit zijn het buitenverblijf uitgeslagen en moeten dan de wijde wereld in. Natuurlijk speen ik ze voor die tijd  bij de andere jonge duiven. Het zijn redelijk goeie vliegers en soms zitten ze één of bij de eerste tien. Het koppel geeft veel schalies en heeft zijn stempel gedrukt op de hele Uithamduiven – kolonie.
Soms gaan duiven in de zomermaanden ook op vakantie. In het voorbije najaar bezocht ik een kampioenendag  bij PV De Woudvliegers in Putten.

Op het programma stond die dag ook een demonstratie van de Bert Vliegkist van de Nederlandse Rollerclub. Bij die gelegenheid kreeg ik zo ongeveer de volgende informatie. Rollers zijn een soort sierduiven die op een kist vliegen. Ze vliegen hoog en maken daarbij allerlei halsbrekende buitelingen, salto’s en loopings alsof het stuntende  levende vliegtuigjes zijn. Die duiven hebben thuis een gewoon hok, maar daarnaast worden ze getraind op een vliegkist met bovenin een kleine opening. 
De Rollerliefhebber neemt kist en duiven overal mee naar toe,ook bijv op vakantie naar het buitenland. Hij kan zijn duiven laten vliegen en buitelen. Als de duiven ‘uit’ gevlogen en getuimeld zijn, vallen ze op de kist en duiken ze door de kleine opening naar binnen. Zo kan de Rollerliefhebber zijn sport overal beoefenen ook als hij een dagje uit wil.

Dat het in een heel enkel geval ook wel voorkomt dat postduiven op vakantie kunnen, vernam ik van Kanarie – Elias, een melker die van kanaries op postduiven overstapte. Via  hem hoorde ik daarover een aardige anekdote. Hij  heeft een kennis in Zeist die niet meer zo actief is in de duivensport, maar voor de aardigheid nog wat koppeltjes duiven houdt.
In het zomerhalfjaar gaat die Zeistenaar geregeld voor een paar dagen naar zijn caravan in Workum. Zijn duiven gaan dan mee! Achter zijn kampeerwagen heeft hij daar een klein hokje met een rennetje gebouwd. De accommodatie is een beetje weggestopt voor het nieuwsgierige oog.
Baas op vakantie, duiven ook op vakantie zal de gepensioneerde postduivenhouder gedacht hebben.
Vanzelfsprekend  heb je op die manier gewoon een praktisch probleem opgelost: niemand hoeft gedurende je afwezigheid voor je duiven te zorgen.  Dat honden en katten mee uit kamperen gaan, is niet ongewoon. Maar duiven op de camping; je moet maar op het idee komen.

Cor Uitham

Geen opmerkingen:

Een reactie posten