Posts tonen met het label op de koffie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label op de koffie. Alle posts tonen

zaterdag 6 april 2013

Dolfijnen, Piraten, Duiven en Ambtenaren.

een deel van Paul's fraaie hok op de Duiventuin


 

Gisteren ging  de tuinpoortdeur open; Paul  van de Groninger Duiventuin kwam onverwacht achterom.  Dat was een verrassing. Deze keer liep hij niet op krukken zoals de vorige keer. Hij kwam ook geen jonge duiven halen maar wilde koffie! Hij zei; Ik heb de vrouwen  naar de Kringloop gebracht. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Hij lachte: misschien kunnen ze daar voor een  habbekrats wat leuks op de kop tikken.'

 Al gauw zaten we op ons duivenstokpaardje en van alles passeerde de revue; de uitgestelde vluchten het koude voorjaar, de kweek van de jonge duiven, alle inentingen die je duiven uit voorzorg tegenwoordig nodig hebben en zo meer. Kortom het was gezellig en Paul vergat de tijd en zijn kringloopdames en daarom volgt hieronder maar weer eens een van zijn vele duifcolumns



UIT HET DUIVENLEVEN GEGREPEN

Laatst bezochten mijn vrouw, onze pleegdochter en ik het dolfinarium in Harderwijk.
Het uitje werd ons aangeboden door mijn broer.
Hij had besloten zijn verjaardag tussen de dolfijnen te vieren.
Het was voor mij lang geleden dat ik in het dolfinarium ben geweest.
Voor onze pleegdochter was het de eerste keer.
Zij genoot met volle teugen, en wij werden van de éne naar de andere attractie voortgesleept.
Eerst werden de roggen door ons gevoerd, daarna bekeken we de dolfijnenshow.
Vervolgens gingen we naar de walrussen.
Ook hier werd een show opgevoerd.
We stonden bij een bordje met daarop de tekst ’SPETTERZONE
Ik stelde nog voor om een paar rijen naar achteren te verhuizen, maar mijn goede raad werd in de wind geslagen.

Toen de show begon bemerkte ik dat mijn vrouw en pleegdochter mijn goede raad toch hadden opgevolgd.
Helaas stond ik op dat moment ingesloten door een horde gillende kinderen, voor wie de spetterzone een uitdaging bleek te zijn.
De trainer van de walrussen liet op een bepaald moment het beest onze richting oprollen.
Het dier dat zo, n 1500 kilo woog kwam met een grote plons in het water.
Een kleine tsunami was het gevolg.
De horde gillende kinderen sprong alle kanten op, voor mij was het te laat.
Ik hield er een paar natte voeten aan over.

Daarna gingen we naar een driedimensionale piratenfilm.
Bij de ingang kregen we een brilletje op ons hoofd gezet, door een tweetal kabaal makende piraten.
’We zullen die landrotten wel even een lesje leren’ schreeuwden ze.
Voor de voorstelling begon vertelde één van die schreeuwende piraten dat ze een schat op een eiland hadden begraven.
Ze hadden onder leiding van de beruchte kapitein Roodbaard ook het zoontje van de Gouverneur gevangen genomen.
Dit jochie was voor dood achtergelaten op het eiland waar tevens de schat begraven lag.
Ze schreeuwden nog wat lelijke verwensingen de zaal in om vervolgens naar het piratenschip te gaan om de schat op te halen.
Het werd donker in de zaal en wij zetten ons gekregen brilletje op.

De film begon.
Met dat brilletje op leek het of dingen vanaf het scherm de zaal inkwamen.
Het gouverneurs zoontje bleek nog in leven te zijn.
Hij had verschillende vallen op het eiland uitgezet.
De éne na de andere piraat kwam hier in terecht.
Eén van die vallen was een mand vol postduiven die tussen de struiken verstopt stond.
Een piraat struikelde over een draad waardoor de postduiven die in de mand zaten in vrijheid werden gesteld.
Door het driedimensionale gebeuren leek het of de duiven de zaal invlogen.
De piraat rees verbouwereerd weer op en werd door de duiven ondergescheten.
Ik zeg met nadruk gescheten want als onze duiven een zodanig dunne troep zouden produceren stonden we gelijk bij de man met de witte jas.
Om dit effect in de zaal te versterken vielen er gelijktijdig waterstraaltjes uit het plafond.
Het gegil dat daar op volgde gonsde door de zaal.
De makers van deze attractie hadden met deze illusie zeker in de roos geschoten.

Nu weet je als duivenhouder dat een duif bijna nooit poept in de lucht.
Als duiven poepen, doen ze dat in het hok of zoals wilde duiven op de plaatsen waar ze zitten.
Maar het doorsnee publiek weet dit niet.
Neem nu de ambtenaren in Groningen.
Die denken een oplossing voor het mest probleem van wilde duiven te hebben gevonden.
Speciale duivenvangers zullen worden ingezet om de duiven te vangen om ze vervolgens
te… Vergassen.
Dierenbeschermingsorganisaties bemoeien zich er al mee en komen met alternatieven.
Maar ja….. als ambtenaren iets bedacht hebben zijn ze vaak moeilijk op andere gedachten te brengen.

Kort geleden stond er het volgende in de krant.
Stadsduiven voeren is verboden.
De Gemeente raad heeft in de vergadering ingestemd met wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening van Groningen (APVG).
In de nieuwe verordening is onder meer het volgende artikel opgenomen Artikel 2.4.20 (stads)duiven.
Het is verboden (stads)duiven of andere overlastveroorzakende vogels te voeren of gelegenheid te bieden deze te voeren in openbare ruimte.
Tevens zal er op verzoek van de Gemeenteraad ook actieve handhaving van dit artikel plaatsvinden in verband met de overlast die door het bijvoeren wordt veroorzaakt.

Als dit in Amsterdam zal plaatsvinden dan kunnen we het beroemde liedje ’Alle duiven op de dam’ van Gert en Hermien ook in de prullenbak gooien.
Mij zakt de broek af van deze maatregelen.
Maar ja, wie ben ik.
Ik schreeuwde als eerste reactie ook ’Getverderrie’ toen ik tijdens de piratenfilm de waterstraaltjes op mijn kop kreeg.
Toen had ik naast natte voeten ook nog eens een nat bovenlijf.
   
                                                                                        ©   P.J. Gelderman




  

zondag 22 januari 2012

Vergane glorie

eerste duivenhokje aan het Kemphaanpad

Duivenmelkers komen bij mij soms op de koffie. Af en toe strompelt ouwe Bertus bijvoorbeeld achterom. Hij loopt tegen de 90 en schuifelt voetje voor voetje over het tuinpad. Praat tegen de duiven in de ren. Die zeggen niks terug, maar dat hindert niet.
Hij komt op een damesfiets met lage instap helemaal uit Hoevelaken. Voor die hachelijke tocht naar Amersfoort beloon ik hem met koffie en een vette gevulde koek.  Of het nou regent of waait Bertus fietst naar Amersfoort. 
Zelf fiets ik niet meer. Haast tien jaar jonger, ben ik al een stijve hark. Ik kan moeilijk op tijd remmen en afstappen als dat nodig is. Achterom kijken  en hand uitsteken gaan ook niet soepeltjes.

Bertus trotseert nog alle fietsgevaren en -problemen. Hij roert in de koffie, vraagt of ik er suiker indeed en  hij spreekt graag over vroeger toen hij nog de sterren van de hemel vloog met zijn duiven. De concurrentie diende rekening met hem te houden. Hij hoorde tot de kampioenen en won met gokken vaak  de speciaaltjes of het heeft-wie-heeft. Dat laatste is een dubbeltjes inleg. Wie won kreeg de pot. Nu zet niemand meer geld op zijn duiven’, klaagt hij .
De mensen zijn het allemaal vergeten: transit gloria mundi, vergane glorie Nog een kleine 20 duiven heeft hij. Die heeft hij voor z’n plezier en in de club heeft hij tenminste nog wat aanspraak.

’ Jij kon toch vroeger ook goed meekomen, jong’, zegt hij,’ vooral met je jonge duiven en ook een beetje op de lange afstand. Het kon je niet ver en zwaar genoeg zijn.’  
 Ik knik gretig
’ Vooral op de laatste jonge duivenvluchten was je niet kloppen. Troyes en Orléans won je haast ieder jaar en ook op die terugvlucht vanuit België, de week daarvoor, kon je flink uithalen en je had toen nog maar zo’n klein hokje!’

Hij neemt een hap van de koek, slurpt wat koffie en hij hervat met luide stem zijn monoloog want hij is ietwat lawaaidoof zit daarom  in het clubgebouw vaak alleen aan een tafeltje.
’ Mijn Grote Vale en  mijn Kapotte Kop wonnen altijd, maar toen woonde ik nog niet in Hoevelaken, daar ging het een stuk minder.’
Ik brom instemmend. Bertus heeft wel een tijdje terug zijn kop gestoten, maar  heeft het  nu over zijn gevleugelde snelheidsduivels.   

Uit het bergmeubel achter mij pak ik een fotoalbum .’ Kijk’,  zeg ik,’ hier heb je een foto van mijn eerste hokje hier. En dit is een  kiekje van de  teletekstuitslag op TV Amersfoort. Die heeft Jan gemaakt. Hij won toen, maar ik zat met m’n hete adem in zijn nek te blazen en op de laatste vlucht heb ik hem te pakken genomen.’


op de stadstelevisie

 Bertus  pakt het album onhandig aan, slaat een paar bladzijden om en lacht.  ‘ Ja mooi hoor, maar m’n ogen  zijn  worden minder . Toen je grotere hokken ging timmeren vloog je niet zo goed meer. Duiven kijken niet zo nauw; ze vliegen ook op een rommelhokje. Je had  in die tijd toch ook een koppel in dat konijnenhok van je dochter zitten. Die vlogen toch ook hun prijsje.’

Hij schudt zijn hoofd, staat op, heeft geen zitvlees. Lang blijft de avonturier uit Hoevelaken meestal niet en hij babbelt niet alleen over duiven. Ook wil hij altijd weten hoe het met mijn werkster of ‘ house cleaning lady’ gaat, of ik haar nog heb . 
Hij lacht als ik zeg dat ik haar eruit gegooid heb en besluit  dan opeens:‘ Kom ik moest  maar weer eens opstappen. Ik ga mezelf thuisbrengen!’  

Door het raam zie ik hem gaan. Met een mouw veegt hij het zadel droog, want het heeft intussen even geregend. Hij moppert op mijn kat die hem voor de voeten loopt, maakt een opmerking tegen de duiven en  stuntelt met zijn fiets in de tuinpoort.
Wuiven doet hij niet; een mens moet niet al te enthousiast doen. Men zou er  wat van kunnen denken.
©c.u.