maandag 13 februari 2012

Hoe was de naam ook al weer!

toreadoor pas op


Koeien hebben namen.  Mensen ook, maar dat  vond ik  toen ik klein was  normaal. Nee, wanneer ik bij mijn ooms  logeerde die een melkveehouderij hadden, werd ik geconfronteerd met het feit dat de beesten die op stal stonden of in de wei liepen allemaal een naam gekregen hadden. Ik vond dat interessant. 
Soms mocht ik  als een nederlandse boerencowboy met een koe of een stier op de foto. Helemaal zorgeloos was ik dan niet, want ik was toch een beetje bang dat Olga 2 of Tarzan me onverwacht een  schop konden geven.
Ze droegen meestal meisjesnamen; Sarah, Roelofke 4, Leny 3, Boukje 2; Ik had het boze vermoeden dat het allemaal vriendinnen van mijn vrijgezelle oom waren. De stier op de boerderij heette Tarzan of Ritmeester.

Als duiven belangrijk worden, krijgen ze een naam. Dat was vroeger vaak een bijnaam, een nummer, een kleuraanduiding, of het had te maken met een bijzondere eigenschap en de plaats van herkomst.   
Zo  heette een duif gewoon de Vale, de Nulnegen, de Dertien, de Bedelaar, de Woudenberger of de Wilma. Wilde een doffer niet binnenlopen dan was dat de Zitter. En die  ene duivin Wilma kreeg haar naam dankzij een piepjong zangeresje dat zong van ' Zou het erg zijn lieve Opa.....'
 O ja ik kwam eens bij liefhebbers in Nijkerk en die hadden  een mannetjes duif  de Rode Opa genoemd. Echt waar!
U kent zelf wel meer gekke namen in uw omgeving. Heeft U nog nooit van de Genaaide gehoord! Nou dan! Voor iedere buitenstaander wekt zo'n naam asocsiaties met sex en bedrog, maar elke duivenmelker weet waar het om gaat; het is gewoon een duif die met naald en draad gerepareerd is. Het overgrote deel van het postduivenvolkje echter vloog naamloos de wekelijkse wedvluchten.
de Opa

Ik denk dat ook nu de meeste duiven geen naam hebben of verdienen. Toch is er met de komst van computers en stamboomprogramma's en verkopingen door duivenmakelaars wel een wildgroei in de naamgeving ontstaan. 
Een liefhebber uit onze vereniging verkocht een jaar of wat geleden z'n befaamde kolonie en opeens hadden zijn duiven klinkende Engelse namen. Alles stamde bijv. af van de Goldwing. We wisten niet dat hij een  Goldwing bezat, maar het leverde wel de nodige centen.
En dan is er die duif die internationaal Barcelona op z'n naam schrijft. Van de ene dag op de andere heet het argeloze dier:' The  Invincible Spirit'  of zoiets. Sinds ik een computer bezit, geef ik al m'n duiven namen. Dat is overzichtelijk; je kunt in het duivenbestand beter wat terugvinden, denk ik dan maar. Het betekent dat ik de meest gekke en uiteenlopende benamingen bedenk.
Nomen est omen; de naam is het voorteken, luidt de spreuk. Je kunt met  die naamgeverij vreemde dingen beleven.

de Wilma

In het voorjaar krijg ik van ' de Priester' ( ook melkers hebben bijnamen) een jonge duif. De man brengt in onze stad brieven rond en dus noem ik het jonkie: ' de postbode'.  Dat had ik beter niet kunnen doen. Natuurlijk verdwaalt het beestje; het raakt van het hok en komt via een tussenstop in Assen helemaal in Noord-Duitsland terecht. De Duitse liefhebber  wordt er misschien gelukkig mee.  
 Waarom een eerzame postbode ' de Priester' wordt genoemd is een van de grote raadsels van 't duivenwereldje zullen we maar zeggen.

Een liefhebber bij mij in de buurt had een witte duif, die door hem ' de Heilige Geest' gedoopt was. U snapt het verband hoop ik. De witte die eigenlijk vaal was vloog redelijk en had soms haast om z'n hok te bereiken. 
Bij één van de vluchten schoot het beest bij de landing over het hok heen en kwam in de heg terecht en een buurman die 't zag kwam de liefhebber waarschuwen met de kreet: ' Jan, moet je nou eens zien, de Heilige Geest zit in de heg.’

Verleden week ging de telefoon: 't was een liefhebber die wilde weten of ik duiven verkocht. Ik had de naam niet verstaan en vroeg: ‘ Hoe heette U ook al weer?’ 
‘Kraai’ werd er gezegd. Ik was vol argwaan; een kraai die duiven wilden kopen! Ik vond 't vreemd en zei dus dat ik duiven alleen maar weggaf.


c.u.

2 opmerkingen: