Ik heette Miss Moneypenny en ik vloog bij de Woudvliegers |
Een clubgenoot vroeg een
bonnetje. Ik zei: ‘Waar is ‘t voor en wie wil er in de vrede een duif van mij?’
‘ Jij hebt duiven en je schrijft, je weet nooit hoe een koe een haas
vangt’, was z’n dubbelzinnige reactie.
‘Vliegen is geen schrijven, maar
soms krijgen woorden wel vleugeltjes’, reageerde ik. De bonnenvrager keek mij
mistig aan; in de trant van je kletst uit je nek.
De bon was voor de Capitulatiepost in Wageningen, een club waar hij leuk contact mee had.
‘Een bijzondere naam voor een
duivenclub’, lachte ik, ’capituleren betekent zich overgeven en post komt
natuurlijk van postduiven. Ze beoefenen
in Wageningen zeker vol overgave de duivensport!’
‘In Wageningen hebben de Duitsers
zich na de oorlog overgegeven in hotel de Wereld’, bromde mijn clubmakker,’ en
hoe wordt ‘t nou krijg ik een bon van je of niet?’
Dus schreef ik maar op ‘t kaartje
dat ik na overleg in april 2005 wel iets van mijn kostbare duivenbezit wilde
prijs geven en ik zette mijn zwierige handtekening.
Ja, duivenverenigingen en hun
namen. Thuis bladerde ik wat in een ringenboekje. Daar vond ik een keur aan
buitenissige namen. Wat te denken van Het Stadsveld in Enschede, De Eersteling
in Tinte, De Arkduif in Bladel en Auf Wiedersehn in Nieuwstadt.
Dat Stadsveld kon ik niet plaatsen maar Eersteling,(Is dat een bloemetje of een
aardappel?) en Arkduif lagen voor de hand. Na een vluchtig inspectie van ‘t
oude ringenboekje, viel op dat duivenmelkers veel plezier aan hun hobby
beleefden. Meer dat 20 verenigingen over het hele land verspreid noemden zich
“Ons Genoegen”; Van Bunschoten tot Veendam, ’s Gravensande en Landsmeer overal
zat dat genoeglijke duiven volkje.
Veel voorkomend was ook Luchtbode. Vreemd genoeg hadden enkele duivenclubs voor een
roofvogelnaam gekozen. Zeg nou zelf met Sperwer en Valk vroeg je toch om
problemen. In Maastricht gingen de melkers op de Franse tour met Sint La Rose, La Rapidité en L’Eclair.
Om een beetje geleerd te doen;
nog 2 Latijnse namen, namelijk: Linea Recta en Vice Versa: regelrecht of rechtstreeks was voor een goeie
postduif prima, maar op duiven die heen
en weer vlogen had ik ‘t niet zo.
Tenslotte troffen we in Roosteren
PV De Liefde aan. Wat spookten liefhebbers daar zo al uit, zou je dan meteen
willen weten.
Daar moest ik toch nodig eens
over schrijven,dacht ik; over die
duivenmelkers en hun liefde Dan
zou ik U bijv. kunnen vertellen hoe clubgenoot Harm(niet onze
bonnenman) op Texel zijn A3 ontmoette toen hij nog een beginnend melkertje was.
C.U.
Leuk Cor!
BeantwoordenVerwijderen