woensdag 30 oktober 2013

Langs het Duivenpad: Geslaagd

Langs het Duivenpad: Geslaagd: Ha eindelijk een diploma Het was zwaar en  ik had tegenwind en we werden kleddernat. Pas de volgende dag kwam ik in de voormorgen thuis....

Geslaagd


Ha eindelijk een diploma
Het was zwaar en  ik had tegenwind en we werden kleddernat. Pas de volgende dag kwam ik in de voormorgen thuis.mijn baas zag me niet eens. Hij zat te koffie drinken met een duivenmaat. Het systeem stond niet aan ik kwam zonder piep het hok binnen.
Toen pakte de baas me, gooide me weer naar buiten en toen mocht ik nog een keer aanbellen voor ik naar mijn vrouwtje, de drinkbak en het voer kon.
En nu meer dan een jaar later krijgt hij via een postbezorger een diploma. Wat een zotheid, de man kan niet eens vliegen.
Het is in de wereld niet eerlijk verdeeld. Ik moet het vliegwerk doen en hij loopt met zijn borst vooruit door het duivenlokaal en slaat zichzelf trots op die kippenborst van hem.
En als beloning mag ik een tijdje later naar Bergerac, nogal lollig, zit je daar opeens met de hele mikmak in zuid-Frankrijk. daar is ook geen fluit aan. ja ze schijnen daar bijzondere wijn te hebben, maar die neem ik mooi niet mee voor hem. Ben daar helemaal haartje betoeterd. Hij geeft mijn vieze poeiers en azijn door het drinkwater.

ps: We zijn niet eens bij de Brandenburger Tor geweest. We werden losgelaten op zondag bij een vliegveldje  voor zweefvliegtuigjes

dinsdag 15 oktober 2013

De duif is dood, meneer….




Dit waren de bekende woorden van ene meneer Bemelsmans een typetje dat Cabaretier Toon Hermans zo onnavolgbaar neerzette.
Hij speelde als een goochelaar de truc met de duif, maar de duif voor zijn goocheltruc had te lang in het zwarte doosje gezeten.
Vermoedelijk gestikt, want een duif kan wel een poosje zonder eten en drinken.
Daar zijn al veel postduivenhouders achter gekomen als ze een duif vergaten uit de mand te halen om in te korven.
Tot er na een aantal dagen een vreemd geluid uit de mand kwam, en de duif er nog bleek in te zitten.
Een duif kan wel tegen een stootje.

Oude duiven komen soms na weken van omzwervingen weer terug.
En vaak zien ze er nog goed uit.
Ze lijken zich zelf goed te kunnen redden in de natuur.
Anders blijkt het te zijn met de zelfredzaamheid van jonge duiven.
Als die de dag na lossing niet terug zijn lijkt het heel moeilijk voor ze te worden.
Ik denk dat het met de ervaring te maken heeft.
De jonge duiven zwerven rond en uiteindelijk gaan ze verloren.

Op de Groningse duiventuin staat bij liefhebber Henk een grote mand.
’Verdwaalde duiven’ staat op het schuifje waar achter zich de ingang bevindt
Twee keer per week wordt de mand geleegd door Wim.
Wim heeft een centraal hok en doet er veel aan om de duiven weer op hun plaats te krijgen. (onlangs stond er nog een groot compliment voor hem in dit blad)
Henk verzorgt de duiven tot Wim weer langs komt.
Ik vind het een goed initiatief van beide heren, en reuze sportief van Henk dat hij zijn tijd hiervoor beschikbaar stelt.
Al heel wat liefhebbers hebben op deze manier hun duif terug gekregen.
Onlangs kreeg ook ik bericht van een jonge duif.
Van Dijken uit Amersfoort belde mij het telefoonnummer van de liefhebber waar mijn duif zat door.
Dit ondanks dat ik de duif bij het N.P.O. op mijn naam had laten registreren, zeker een foutje?
De duif bleek in Buitenpost te zitten.
Ik maakte een afspraak met de Friese liefhebber dat ik hem zal halen.

De volgende dag ben ik naar Friesland getogen.
Het adres klopte niet wat dat de Friese liefhebber mij telefonisch had doorgegeven.
Maar na wat denk- en zoekwerk kwam ik in een straat die veel op de naam leek die ik op mijn papiertje had geschreven.
Op de voorgevel van het huis prijkte een duif.
’Dit zit wel goed’ dacht ik.
Een blonde jonge man deed de deur open.
’ U komt van ver meneer, wilt u een kop koffie’ zei hij.
Dit sloeg ik niet af. Tijdens de koffie kwam ik er achter dat hij de duif bij het plaatselijke station gevangen had.

Zelf was hij met achtendertig jongen begonnen en had er nog maar veertien over.
We babbelden nog wat verder tot we mijn duif gingen halen.
Het beestje zag er nog goed uit en had vermoedelijk na een paar dagen verzorging mijn hok wel gehaald.

’Ben ik je nog wat verschuldigd?’ vroeg ik aan hem.
’Twee jonge duiven’ zei hij zonder te blozen.
Ik stamelde nog van dat het kweekseizoen voorbij was.
Het kon hem niets schelen.
’Maar ik kweek dit jaar niet meer’ zei ik tegen de blonde Fries.
’Dan 2005 het liefst een paar winter jongen’,  zei hij.
’Ik heb je adres’ zei ik tegen hem ’we zien dan wel verder’.

Angstvallig hield ik het mandje met de duif achter mijn rug want ik kreeg de indruk dat hij ook wel belang bij deze duif had.
Ik bedankte hem voor de goede zorgen en maakte dat ik weg kwam, dit had ik nog nooit meegemaakt.
Blijkbaar reed ik op de provinciale weg te snel terug naar Groningen.
Een aantal tegenliggers knipperde met de lampen van hun auto.
Dit is voor mij altijd een reden om wat langzamer te gaan rijden.
Nog geen twee kilometer verder stond de flitser verstopt achter een struik.
Toch leuk als je door je mede weggebruikers gewaarschuwd wordt.
Niet dat ik altijd te hard rijdt, maar het overkomt me wel eens.

Toen ik nog een tiental kilometers voor Groningen was, zag ik een duif aan de kant van de weg liggen.
Ik zette de auto langs de kant en liep naar het slachtoffer toe.
Mijn vermoeden was juist en het bleek om een  postduif te gaan.
Ik heb het ringnummer genoteerd en de duif in de berm gelegd.
Deze duif had niet zoveel geluk als de duif van jeugdlid Mark uit Bedum.
Die veroorzaakte een file op de A6 tussen Emmeloord en Lelystad.
Met op zijn hielen een paar agenten die uiteindelijk kans zagen de duif te pakken te krijgen.
Door dit heldhaftige ingrijpen van de politie zat die duif nu weer veilig in Bedum.
Maar voor de duif die ik vond was het te laat.
Toen ik ‘s avonds de eigenaar van de duif  belde, had ik een trieste mededeling voor hem:’De duif is dood, meneer,  hij heeft zeker te lang op het zwarte asfalt gezeten…..’
 

 Uit het Duivenleven gegrepen                                                          P.J. Gelderman



zondag 6 oktober 2013

Dat heet geen prikken meer



Bij deze hokjes hoefden de mannen het coordinaat niet te prikken

Global positioning system (gps)s
Vrijdagmiddag werd er aan de voordeur gebeld. Het waren Harm en Ad. Ze zagen eruit als meteropnemers of  als mannen van het kadaster. Ze kwamen mijn nieuwe hokcoördinaat bepalen. We liepen de gang en de keuken door naar de achtertuin.
‘Kijk, maar niet naar de rommel’, zei ik nog. Ze bromden slechts. Ad legde zijn administratie op de grote grijze vuilnisbak.
Harm ging tussen mijn hokken staan. Hij keek op het scherm van z’n GPS apparaat; een soort  flink uit de kluiten gewassen mobiele telefoon  en vroeg hoe het met mij en mijn duiven ging.
Ondertussen zocht het toestelletje in zijn handen contact met tenminste drie satellieten. Toen die gevonden waren verschenen er cijfers. Harm  las ze op. Ad noteerde en zei;’We zitten weer hoger, Harm.’

Een voor mij nogal duistere opmerking. Ik moest op het formulier een handtekening zetten. Daarna vertrokken ze. Alles was in een vloek en een zucht gebeurd. Even later telefoneerde Jan.
‘Hebben ze bij jou al geprikt, Hoe was het?’
’Dat heet geen prikken meer, Jan,en ik heb geen flauw idee hoe het ging, ze waren zo weer weg. Ik heb  ervoor getekend dat ze geweest zijn.’
Een week eerder hadden we op een morgen tijdens een matig bezochte tentoonstelling met een stel gekletst over die nieuwe coördinaten.
De Bromsnor, de Pieper, de Pastoor, Grote Kees en Snelle Henkie; we dronken koffie, bier en andere prikkelende sapjes. Er konden wel eens  veel foute afstanden aan het licht komen, dacht men. Ik zei dat alles langer zouden worden en dat bij de nieuwe berekening rekening gehouden werd met de kromming van de aarde.

’De wereld is rond,’ besloot ik.  Om zo’n domme opmerking moest Snelle Henkie erg lachen. Onze Bromsnor meende dat kromme lijnen korter waren dan rechte: hij was timmerman geweest.
Grote Kees schetterde dat onze duiven dus altijd sneller hadden gevlogen dan we dachten.  Zo werd er door ieder wat anders beweerd, maar unaniem was men het eens dat oneerlijk geprik en onjuiste coördinaten nu tenminste  verleden tijd waren.

Zo prakkiseerde ik wat na, toen  Jan uitgebeld was. Het bleef natuurlijk mensenwerk. Vlekkeloos en waterdicht zou het allemaal ook wel niet zijn met dat GPS- gedoe ofwel dat Global Positioning System.
Stel dat Harm een vuiltje in zijn oog kreeg en  Ad een beetje doof werd dan kon er makkelijk iets mis gaan met de plaatsbepaling van mijn hok.
C.U.