dinsdag 15 oktober 2013

De duif is dood, meneer….




Dit waren de bekende woorden van ene meneer Bemelsmans een typetje dat Cabaretier Toon Hermans zo onnavolgbaar neerzette.
Hij speelde als een goochelaar de truc met de duif, maar de duif voor zijn goocheltruc had te lang in het zwarte doosje gezeten.
Vermoedelijk gestikt, want een duif kan wel een poosje zonder eten en drinken.
Daar zijn al veel postduivenhouders achter gekomen als ze een duif vergaten uit de mand te halen om in te korven.
Tot er na een aantal dagen een vreemd geluid uit de mand kwam, en de duif er nog bleek in te zitten.
Een duif kan wel tegen een stootje.

Oude duiven komen soms na weken van omzwervingen weer terug.
En vaak zien ze er nog goed uit.
Ze lijken zich zelf goed te kunnen redden in de natuur.
Anders blijkt het te zijn met de zelfredzaamheid van jonge duiven.
Als die de dag na lossing niet terug zijn lijkt het heel moeilijk voor ze te worden.
Ik denk dat het met de ervaring te maken heeft.
De jonge duiven zwerven rond en uiteindelijk gaan ze verloren.

Op de Groningse duiventuin staat bij liefhebber Henk een grote mand.
’Verdwaalde duiven’ staat op het schuifje waar achter zich de ingang bevindt
Twee keer per week wordt de mand geleegd door Wim.
Wim heeft een centraal hok en doet er veel aan om de duiven weer op hun plaats te krijgen. (onlangs stond er nog een groot compliment voor hem in dit blad)
Henk verzorgt de duiven tot Wim weer langs komt.
Ik vind het een goed initiatief van beide heren, en reuze sportief van Henk dat hij zijn tijd hiervoor beschikbaar stelt.
Al heel wat liefhebbers hebben op deze manier hun duif terug gekregen.
Onlangs kreeg ook ik bericht van een jonge duif.
Van Dijken uit Amersfoort belde mij het telefoonnummer van de liefhebber waar mijn duif zat door.
Dit ondanks dat ik de duif bij het N.P.O. op mijn naam had laten registreren, zeker een foutje?
De duif bleek in Buitenpost te zitten.
Ik maakte een afspraak met de Friese liefhebber dat ik hem zal halen.

De volgende dag ben ik naar Friesland getogen.
Het adres klopte niet wat dat de Friese liefhebber mij telefonisch had doorgegeven.
Maar na wat denk- en zoekwerk kwam ik in een straat die veel op de naam leek die ik op mijn papiertje had geschreven.
Op de voorgevel van het huis prijkte een duif.
’Dit zit wel goed’ dacht ik.
Een blonde jonge man deed de deur open.
’ U komt van ver meneer, wilt u een kop koffie’ zei hij.
Dit sloeg ik niet af. Tijdens de koffie kwam ik er achter dat hij de duif bij het plaatselijke station gevangen had.

Zelf was hij met achtendertig jongen begonnen en had er nog maar veertien over.
We babbelden nog wat verder tot we mijn duif gingen halen.
Het beestje zag er nog goed uit en had vermoedelijk na een paar dagen verzorging mijn hok wel gehaald.

’Ben ik je nog wat verschuldigd?’ vroeg ik aan hem.
’Twee jonge duiven’ zei hij zonder te blozen.
Ik stamelde nog van dat het kweekseizoen voorbij was.
Het kon hem niets schelen.
’Maar ik kweek dit jaar niet meer’ zei ik tegen de blonde Fries.
’Dan 2005 het liefst een paar winter jongen’,  zei hij.
’Ik heb je adres’ zei ik tegen hem ’we zien dan wel verder’.

Angstvallig hield ik het mandje met de duif achter mijn rug want ik kreeg de indruk dat hij ook wel belang bij deze duif had.
Ik bedankte hem voor de goede zorgen en maakte dat ik weg kwam, dit had ik nog nooit meegemaakt.
Blijkbaar reed ik op de provinciale weg te snel terug naar Groningen.
Een aantal tegenliggers knipperde met de lampen van hun auto.
Dit is voor mij altijd een reden om wat langzamer te gaan rijden.
Nog geen twee kilometer verder stond de flitser verstopt achter een struik.
Toch leuk als je door je mede weggebruikers gewaarschuwd wordt.
Niet dat ik altijd te hard rijdt, maar het overkomt me wel eens.

Toen ik nog een tiental kilometers voor Groningen was, zag ik een duif aan de kant van de weg liggen.
Ik zette de auto langs de kant en liep naar het slachtoffer toe.
Mijn vermoeden was juist en het bleek om een  postduif te gaan.
Ik heb het ringnummer genoteerd en de duif in de berm gelegd.
Deze duif had niet zoveel geluk als de duif van jeugdlid Mark uit Bedum.
Die veroorzaakte een file op de A6 tussen Emmeloord en Lelystad.
Met op zijn hielen een paar agenten die uiteindelijk kans zagen de duif te pakken te krijgen.
Door dit heldhaftige ingrijpen van de politie zat die duif nu weer veilig in Bedum.
Maar voor de duif die ik vond was het te laat.
Toen ik ‘s avonds de eigenaar van de duif  belde, had ik een trieste mededeling voor hem:’De duif is dood, meneer,  hij heeft zeker te lang op het zwarte asfalt gezeten…..’
 

 Uit het Duivenleven gegrepen                                                          P.J. Gelderman



Geen opmerkingen:

Een reactie posten