Duivenmelkers hebben een relatie met de wind. Uit welke hoek komt die. Heeft de andere kant van de stad voordeel van de westenwind en moeten Peter en Koos dubbel toegeven op Jan en Gijs.
Toegeven is natuurlijk oliekoek; die duiven van Gijs vliegen gewoon een langere afstand naar dat verre Hoevelaken en dat de Koosduiven een ommetje maken en niet de kortste weg naar het Oesterkwartier nemen, hebben Jan en Gijs niet op hun geweten.
Praten over weer en wind is een geliefde bezigheid van melkers.
‘Teletekst geeft noordnoordwest,’zeg ik tegen duivenbuurman Cobus die komt kijken hoe mijn duiven vallen.
‘Ben je mal’, reageert hij,’ toen ik daarnet van de stad kwam had ik hem voor.’
’Zouden ze dan de 75 halen’, vraag ik,
‘Ja, hij staat zuidwest, kijk maar naar die boomtoppen.’
Kortom we maken heel wat woorden vuil aan de wind.
Bij een liefhebber in Laren waar ik ooit een jonge bonduif haalde, stond op het huis een prachtige windwijzer.
Smeedijzeren letters en een pijl vormden op het vaste deel van de windvaan de naam St Vincent. Kennelijk had de liefhebber zijn hart aan die vlucht verpand.
Clubgenoot Rinus zoekt meestal steun bij de haan op de Parochiekerk als hij wil weten of een gunstige wind zijn duiven thuis zal brengen. Hij heeft geen ruimte voor een fraaie windwijzer op het dak van zijn rijtjeshuis.
Maar laatst op een morgen keek hij naar de toren en dacht te hallucineren; het vertrouwde haantje was er niet meer. Foetsie, dat bestaat toch niet, dacht hij.
’s Middags bracht de krant de oplossing; de pas gerestaureerde haan was gestolen.Misschien had iemand dat beest een plekje gegeven in zijn tuin.
Opgelucht haalde Rinus adem; hij zag gelukkig nog geen spoken.
Opgelucht haalde Rinus adem; hij zag gelukkig nog geen spoken.
Dat duiven iets met de zon hebben is bekend. Die helpt hen de weg te vinden. Van de Groningse duiventuin ken ik een liefhebber met een zonnewijzer op het gazon voor zijn hokken.
Op mijn vraag naar het waarom van dit mooie tuinattribuut maakt hij wat stoffige opmerkingen. Bijvoorbeeld dat hij dan kan zien wat de lokale tijd is als zijn duiven landen.
Dat is natuurlijk onzin want zonnetijd is geen kloktijd en bovendien onzuiver. Als je het gras maait en tegen het ding stoot, klopt de zaak al helemaal niet meer.
Het toestel staat er dus voor de sier.
Duivenmelkers; zon, regen, weer en wind. Ze horen bij elkaar. Soms laten liefhebbers zelf een wind waaien.
In onze club ken ik er een paar. Nee, ik zal geen namen noemen. Op die manier markeren ze hun territorium of broedgebied moet je maar rekenen.
C.U.,
1 opmerking:
Pracht verhaal, vooral het laatste stukje:-)
Een reactie posten