Ho Ho die zijn niet allemaal van mij hoor |
Klaas Ketel
droeg mijn manden van de auto naar het duivenlokaal. Dat was aardig Ik ben niet
meer zo snel ter been en wat
krakkemikkig in de botten. Ook onze
‘Big Willem’ tilde een mandje voor me.
‘Nou, hij
heeft het aardig voor elkaar,’bromden duivenomstanders goedkeurend, de
hulptroepen zijn ingeroepen.’
Even later
toen ik aan de beurt was en m ’n vrouwtjesduiven aangaf,verscheen Willem
terloops naast me, wees in de korf en
zei:’Kijk, daar ligt een ei.’
Theo, achter
de inkorftafel, schamperde:’Hoe lang ben jij nou duivenmelker, man! Je voelt
toch dat een duivin leggen moet, dat ze ontsluiting heeft! Zo’n meisje laat je
toch de volgende dag geen 400 kilometer
vliegen….’
‘Dat is
onverantwoord,’zei Klaas, die nou ook opeens in beeld was,’dan heeft een duif
een losse stuit.’
‘Ja,’knikte
Theo,’die vogel heeft last van bekkeninstabiliteit.’Het lange woord rolde vlekkeloos van zijn tong. Ik keek in de
mand. Bij en boven het gewraakte ei zat de Kleine Bonte. Ze was zorgzaam trots
op haar productie, zo leek het.
Ik gaf haar aan Theo.
’Denk je dat
ze los ligt en gelegd heeft,’vroeg ik.
‘Het zou
best kunnen,’ zei hij neutraal.
Hij hield zich op de vlakte.
‘Dan gaat ze
mee terug naar huis,’reageerde ik resoluut. En ik leg dat ei in haar
broedschotel, kan ze mooi van haar
tweede ei bevallen.
En zo geschiedde. Maar enkele dagen later
lagen er drie eieren in het nest. Dat klopte niet. Alleen bij hoge uitzondering
legt een duif meer dan twee.
Een paar
weken daarna was ‘Big Willem’ weer hulpvaardig en speelde de Barmhartige
Samaritaan. En toen Ketel bij de inkorftafel opnieuw in een mand met doffers wees naar een ei, ging me
een lichtje op. Het was een fop – ei.
Klaas en zijn kompaan hadden me een luizenstreek geleverd.
Ik voelde me
een beetje in mijn wiek geschoten. Als het nou een verrassingsei was geweest;
zo eentje die je vroeger op straat voor
een kwartje bij een winkel uit de snoepautomaat kon trekken,dan had ik het
leuker gevonden. In zo’n ei van
chocola zaten dingetjes en
puzzelspeeltjes. Automaten zie ik niet meer. Maar ze zijn er nog die grote snoepeieren.
Tegenwoordig zijn ze
een verzamelobject, als postzegels, suikerzakjes en zo. Er worden door liefhebbers- geen duivenkerels
in dit geval!- soms hoge bedragen voor
zo’n surprise - ei neergeteld.
Hoe dan ook! In het nest van de ‘Kleine Bonte’ lagen na 18 dagen 3 babyduifjes. Wie evenwel de ouders van het
adoptie- ei waren zal wel altijd een
raadsel blijven.
©.c.u.