Vroeger mochten we voor de
biologieleraar een werkstuk maken. We waren daar niet blij mee. Ik deed het
over postduiven. Die leraar had toch geen verstand van duiven dacht ik. Dat was
zo.
Tevreden was ik
niet. Ik had er mooie plaatjes bij
geplak: een duif van Dusarduyn uit Groede, Catrijsse duiven in Moere en van
een hok in Borgerhout. En een duiven - diploma dat ik zomaar van een oude liefhebber kreeg.
Trots als een pauw was ik. Nu had ik een duif met een diploma op mijn hok. Zelf had ik geen diploma want ik zat in die tijd op de ULO en ik had toen nog geen examen gedaan. Die vetblauwe oude duivin had als jonge duif de 12e prijs gewonnen op Quivrain tegen 44 duiven. Dat was me wat!
Trots als een pauw was ik. Nu had ik een duif met een diploma op mijn hok. Zelf had ik geen diploma want ik zat in die tijd op de ULO en ik had toen nog geen examen gedaan. Die vetblauwe oude duivin had als jonge duif de 12e prijs gewonnen op Quivrain tegen 44 duiven. Dat was me wat!
Laatst
vond ik dat werkstuk op een rommelzoldertje terug. Er staat een illustratie in van een
vluchtprogramma Jonge duiven richting Arlon, misschien uit 1950.
Alle afdelingen behalve Noord losten tussen 9 en 23 augustus in Ciney, Libramont en Arlon. Vervoer was per trein. De vracht was 4 ct per duif
In België werd het een stuk duurder, nl. 16 cent voor Vilvoorde en Arlon kon men inkorven voor 21 Hollandse centen. Dat lijkt goedkoop, maar een halve eeuw geleden kostte een pakje van 10 sigaretten zoveel.
Alle afdelingen behalve Noord losten tussen 9 en 23 augustus in Ciney, Libramont en Arlon. Vervoer was per trein. De vracht was 4 ct per duif
In België werd het een stuk duurder, nl. 16 cent voor Vilvoorde en Arlon kon men inkorven voor 21 Hollandse centen. Dat lijkt goedkoop, maar een halve eeuw geleden kostte een pakje van 10 sigaretten zoveel.
We vlogen nu al weer heel wat jaartjes
geleden dankzij de vogelpest Libramont en Arlon.
Veel liefhebbers vonden het riskant, zo’n oostelijk gelegen losstation.
Ze dreigden met niet inkorven. Zou men indertijd daar zoveel drukte over hebben gemaakt?
Veel liefhebbers vonden het riskant, zo’n oostelijk gelegen losstation.
Ze dreigden met niet inkorven. Zou men indertijd daar zoveel drukte over hebben gemaakt?
Bij de afbeelding van dat vluchtprogramma uit 1950 lees je onder punt 1 dat de eerste oplatingen van jonge vogels zullen geschieden in het bijzijn van de oude vogels, om te verhinderen dat onervaren duifjes de verkeerde richting inslaan en daardoor verdwalen.
Dus dat vond men toen raadzaam als de liefhebber zijn jonkies ging africhten en ze een eindje wegbracht voor ze aan het grote werk konden beginnen.
2. Dezelfde loslatingen daarna alleen, maar in
groepsverband en
3.Vervolgens oplatingen met afzonderlijke loslating. Kortom,
een advies over zelf africhten.
Wat overigens ook opviel bij het doorbladeren van dat programmaboekje, was dat behalve de datum en de losplaats ook het tijdstip van lossing zo leek het al van te voren was vastgesteld.
Voorts kun je zien dat jonge duiven in die tijd nog niet zoveel vluchten hadden af te wieken en dat ze betrekkelijk dicht bij huis bleven en dat Franse losplaatsen voor hun niet op het programma stonden.
Natuurlijk had ik het hele werkstuk over geschreven uit De Postduivenrassen door G.A. Spruyt of een ander boek
ps: Vanzelfsprekend zorgde men tijdens het vervoer goed voor de duiven.
Drinkwater werd waar maar even de gelegenheid was regelmatig ververst en aangevuld
c.u.
.
2 opmerkingen:
Het viel me net onderweg op hoe krachtig ze vliegen maar zo 'onhandig' bewegen op takken...komt door hun oorspronkelijke habitat misschien (rotsen?)....
@Annet; dat zou kunnen ze stammen van de Rotsduif af, maar postduiven zitten niet vaak in bomen uitzondringen daargelaten
Een reactie posten