maandag 15 oktober 2012

Voor 21 cent naar Arlon



Vroeger mochten we voor de biologieleraar een werkstuk maken. We waren daar niet blij mee. Ik deed het over postduiven. Die leraar had toch geen verstand van duiven dacht ik. Dat was zo.
Hij bladerde er wat in, stelde een gekke vraag en gaf een 7. 
Tevreden was ik niet. Ik had er  mooie plaatjes bij geplak: een duif van Dusarduyn uit Groede, Catrijsse duiven in Moere  en van  een hok in Borgerhout. En een duiven - diploma dat ik zomaar van een oude liefhebber kreeg. 

Trots als een pauw was ik. Nu had ik een duif met een diploma op mijn hok. Zelf had ik geen diploma want ik zat in die tijd op de ULO en ik had toen nog geen examen gedaan. Die vetblauwe oude duivin had als jonge duif de 12e prijs gewonnen op Quivrain tegen 44 duiven. Dat was me wat! 

Laatst vond ik dat werkstuk op een rommelzoldertje terug.  Er staat een illustratie in van een vluchtprogramma Jonge duiven richting Arlon, misschien uit 1950.

Alle afdelingen behalve Noord  losten tussen 9 en 23 augustus in Ciney, Libramont en Arlon.  Vervoer was  per trein. De vracht was 4 ct per duif 
In België werd het een stuk duurder, nl. 16 cent voor Vilvoorde en Arlon  kon men inkorven voor 21 Hollandse centen. Dat lijkt goedkoop, maar  een halve eeuw geleden  kostte een pakje  van 10 sigaretten zoveel.

We vlogen nu al weer heel wat jaartjes geleden dankzij de vogelpest Libramont en Arlon.
Veel liefhebbers vonden het  riskant, zo’n oostelijk gelegen losstation.
Ze dreigden met niet inkorven. Zou men indertijd daar zoveel drukte over  hebben gemaakt? 

Bij de afbeelding van dat  vluchtprogramma uit 1950 lees je  onder punt 1 dat de eerste oplatingen van jonge vogels zullen geschieden in het bijzijn van de oude vogels, om te verhinderen dat onervaren duifjes de verkeerde richting inslaan en daardoor verdwalen.

Dus dat vond  men toen raadzaam als de liefhebber zijn jonkies ging africhten en ze een eindje wegbracht voor  ze aan het grote werk konden beginnen.
2. Dezelfde loslatingen daarna alleen, maar in groepsverband en
3.Vervolgens oplatingen met afzonderlijke loslating. Kortom, een advies over zelf africhten. 


Wat overigens ook opviel bij het doorbladeren van dat programmaboekje, was dat behalve de datum en de losplaats ook het tijdstip van lossing  zo leek het al van te voren  was vastgesteld. 


Voorts kun je zien dat jonge duiven in die tijd nog niet zoveel vluchten hadden af te wieken en dat ze betrekkelijk dicht bij huis bleven en dat Franse losplaatsen voor hun niet op het programma stonden.

Natuurlijk had ik het hele werkstuk over geschreven uit De Postduivenrassen door G.A. Spruyt of een ander boek



ps: Vanzelfsprekend zorgde men tijdens het vervoer goed voor de duiven.
Drinkwater  werd waar maar even de gelegenheid was regelmatig ververst en aangevuld

c.u.

.

2 opmerkingen:

Annet zei

Het viel me net onderweg op hoe krachtig ze vliegen maar zo 'onhandig' bewegen op takken...komt door hun oorspronkelijke habitat misschien (rotsen?)....

Unknown zei

@Annet; dat zou kunnen ze stammen van de Rotsduif af, maar postduiven zitten niet vaak in bomen uitzondringen daargelaten