We zitten op de grens van herfst en winter. In de winterweken worden er in veel clubs kaart - , sjoel - en dart avonden op touw gezet. Dat is aan mij niet besteed. Als ik een hele zomerlang vele middagen en avonden tussen mijn huis en het clubgebouw heen en weer gependeld heb voor inkorven en afslaan, wil ik wel eens op adem komen. Een poosje rust, even geen duivenmelkers gezichten.
Ik hou zogezegd een winterslaap. Daar komt bij dat ik geen klaverjasfan ben. Dat ligt niet aan mijn clubgenoten.
Mijn tegenzin heeft te maken met de broers van mijn vader. Zij wilden mij vroeger op hun veeboerderij klaverjassen leren. Zij speelden dat spel met de vuist op tafel, dronken citroenjenever en schreeuwden alsof het oorlog was Oom Roelof, mijn kaartmaat, ging vreselijk tekeer als ik niet spekte als de slag aan hem lag, als ik niet seinde welke kleur ik had.
De drie ooms vonden mij een achterlijke gladiool wanneer ik het spel roekeloos met een handvol slechte kaarten wilde spelen. Ze scholden mij de huid vol en probeerden mij stiekem dronken te voeren met hun zoete groene jenever. Om kort te gaan daarom kaart ik dus niet op duiven - kaartavonden.
Wel wip ik heel zelden op zo’n avond langs. Je moet als bestuurslid belangstelling tonen!
Dan zit ik op een kruk aan de bar bij juffrouw Jenny. Her en der aan tafeltjes zitten mannen en vrouwen rustig kaarten te schudden. Er wordt niet getierd en gescholden zoals vroeger op de boerderij.
Rond een sjoelbak hangen wat vrouwen; als enige man doet Jan onze voorzitter daar sportief mee en laat de sjoelbrikken keihard tegen het hout knallen, zodat ze terugketsen. Het dartbord hangt er troosteloos bij, darten wil in onze club niet van de grond komen.
Uit een paar geluidsboxen klinkt zacht wat countrymuziek; Loes en Adrie proberen Willem en Bertus de fijne kneepjes van het linedancen bij te brengen.
Al met al is het een vredig tafereeltje. Het is goed voor de intermenselijke contacten.
Uit een paar geluidsboxen klinkt zacht wat countrymuziek; Loes en Adrie proberen Willem en Bertus de fijne kneepjes van het linedancen bij te brengen.
Al met al is het een vredig tafereeltje. Het is goed voor de intermenselijke contacten.
Ik bestel bij Jenny een cola speciaal en zeg tegen haar:’ Kaarten, sjoelen dat zouden meer mensen doen. Ook die jongens van de politiek bijvoorbeeld. Ik zie het al voor me: samen aan een tafeltje; Balkenende, Zalm, Geert Wilders en Van Duyvenbode van Groen Links. De laatste bestaat echt hoor, ik verzin het niet!
Bij de sjoelbak wat ongeregelde kamerleden, burgemeesters en meer van zulk volk. Dan een camera van de televisie erop en je hebt een mooi programma. Daar kan geen Barend en Van Dorp tegenop.’
‘Waarom klaverjas jij niet?’vraagt ze,’dat is toch gezellig!’ ‘Dat kan ik niet, van troef en zo snap ik geen bal. In harten jagen en pesten was ik goed, maar dat doen duivenmelkers niet.’
Ze knikt en vraagt of ik straks ook een kroket wil.
‘Ja lekker, met nog zo’n getikte cola’, brom ik.
En ik denk aan Oom Roelof zaliger:’Oelewapper’, riep hij. Nee. Klaverjassen niets voor mij.
C. U.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten