Sommige duiven hebben sterallures. Ze willen dat je de loper voor ze uitlegt. Clubgenoot Gerard had zo’n duif. Ze wilde beslist niet via klep en superval. Thuiskomend van een snelle vitesse met een vroege prijs op zak, dook ze in de tuin, paradeerde voor het hok en Gerard moest zich haasten om de deur voor de dame te openen.
Vanaf dat moment heette ze’ De Deurloper’ Via clubgenoot Mees, een eenvoudige jongen met naamloze duiven in die tijd, had Gerard de duif verkregen.
Mees kende geen deurproblemen, dus erfelijk was de kwestie zeker niet.
De afgelopen twee jaar kocht ik voor een appel en een ei twee jongen uit die succesvolle deurloper. Dat werd een flop. Ze gingen niet via de deur, vlogen wat prijzen en bleven achter op vluchten met mooi weer.
Deze geschiedenis herinnerde ik mij toen mijn langste zoon vorig week met een kokosmat kwam. Hij is begeleider op ’s Heerenloo – Midden Nederland, een Zorgcentrum voor mensen met een verstandelijke beperking. En Arie,een collega van hem, is duivenman. Tegen hem schept hij op over de prestaties van zijn vliegende vader.
Als dank voor die duivenbabbels liet Arie, Dirk, een van zijn pupillen een mooie deurmat met blauwe duif in de matterij vlechten. Ik was verrast en legde de kokosmat bij de keukendeur.
Zo door de week krijg ik vaak achterom melkers op de koffie.
Gespannen wachtte ik op hun reacties. Ze moesten tenslotte hun voeten aan een duif afvegen. De eerste was Gerard. Hij liep gewoon door, deed of er geen mat te zien was en bestelde koffie.
’Ga eens terug’, zei ik,’is je niks opgevallen?’
‘Ja ja,’reageerde hij,’ een duif op de mat: daar zit wel handel in!
C.U.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten