zondag 10 maart 2013

Duivenkaters in soorten



Het nieuwe jaar was al weer dagen oud. Clubgenoot ‘Fuchsia Cor’ belde. Hij  had zijn duivenmedicijnkastje een beetje opgeruimd en  nou zat hij met  een bus  overjarige poeder. Dat had hij ooit gewonnen op het Rad van Avontuur tijdens een kampioenendag.
’Ik dacht  aan jou want jij bent  wel iemand voor allerlei geheime prestatie verhogende middelen.’

Hij brabbelde een ingewikkelde naam in een soort potjeslatijn. Cor kweekte behalve duiven ook fuchsiaplanten en daar was hij een expert in.
Ik schudde het hoofd en zei: Dat goedje is voor jezelf als je teveel gedronken hebt en een kater hebt. Het is niet voor duiven bedoeld.’
’Drinken doe ik niet en mijn duiven ook niet en ik weet dus niet wat een kater is’, lachte hij.
‘Dat middel met die mooie naam komt uit de wereld van de sportscholen; het is iets op basis van elektrolyten’, verklaarde ik.
‘Nou ik ben niet zo sportief en als jij het niet wil gooi ik het wel weg’, zei hij tenslotte.
‘Duivenkaters!’, dacht ik,’laat die Cor het heen en weer krijgen met dat spul. Hij moet het maar als kunstmest over zijn fuchsia’s strooien, misschien bloeien die er schoner van.’
Vaag herinnerde ik mij dat ik  ’t woord duivekater ergens in mijn vroegere leven gehoord had. In mijn zakwoordenboekje dat ik altijd bij de hand heb, las ik dat een duivekater een scheldwoord, een kwajongen of een gebakje kon zijn.

De telefoon ging weer; het was een schrijvende duivenkennis uit Baarn. Die wilde  weten of ik bereid was voor een reportage naar  zijn woonplaats af te reizen.
Zijn vereniging ging feestelijk een nieuw riant clubgebouw openen en dan  kon ik een foto schieten van de wethouder of burgemeester die duiven zou laten vliegen.

Omdat ik niet makkelijk kan weigeren, zei ik ja. Daarmee was het gesprek heus niet afgelopen. ‘Kees, vroeg ik,’weet jij wat een duivekater is?’ Jij bent immers een allround duivenkenner!’
‘Jazeker’, reageerde hij verassend snel,’maar dat heeft niks met duiven uit te staan. Het is een  lekker zoet broodje. Dat kocht ik vroeger in de middagpauze altijd in Sloterdijk bij een warme bakker toen ik nog in Diemen werkte.’
‘Was het geen gebakje, ouwe snoeper?’
‘Ik dacht het niet, ’kuchte Kees, ‘er zat wel een soort poedersuiker op.’
©.c.u.

3 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Mooi verhaal. Ik dacht dat een duivenkater een ruitvormig, zoet brood was. Ondermeer te zien op de schilderijen van Jan Steen. Bijvoorbeeld het portret van Bakker Arent Oostwaard, waar er een rechtop tegen de muur staat...

Unknown zei

Je zou best eens gelijk kunnen hebben Jan, ik had vroeger een aangetrouwde oom die bakker was en die wist er meer van en vaag heb ik het ideen dat ik zo', plat ding gezien heb

Annet zei

Even opgezocht want het is een heel leuk woord vind ik dan:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Duivekater

Leuk verhaal Cor...