dinsdag 4 december 2012

De Vooruitgang




Weer is het zondag. We kijken tegen een strakblauwe lucht aan waartegen mijn jaarlingen zich scherp aftekenen. Maar het voorjaar is nog altijd te koud. Het is me het weekje wel geweest. Ik heb mijn eerste jongen in het jaarlingenhok met roze ringen geringd aan de linkerpoot en niet op de kop. Er viel natuurlijk weer een ringetje uit m’n bibbervingers in het vloerrooster. 
De 39 knokt nog steeds met z’n bovenburen en vernielt daar eieren. Als die  oude nestdoffer daar mee doorgaat kost hem dat de kop. 
Een redacteur belde mij of ik maar even op staande voet een paar krijgshaftige duivenmelkers wilde gaan interviewen. Ze wonen in het gebied van de grote rivieren. Dat is niet naast de deur.Ik ben niet zo snel en jong meer. Die krantenman zal even geduld moeten hebben. 

En dan hebben we een vergadering gehad over ‘t samengaan van verenigingen en spelverbanden. Er is daarbij over andere namen gespeculeerd. Iemand vond ‘De Vooruitgang’ mooi, een ander dacht meer aan ‘Samen Sterk’. En er was die onverbeterlijke grappenmaker die met doodernstig gezicht meende dat ‘Keert Uw Tegenstander’ wel handig kon zijn. Je kon die naam immers heel goed afkorten!  
Bladerend in een ringenboekje vond ik een hele serie van die wat ouderwetse namen: de Toekomst, de Eendracht, de Vriendenkring, Tot Weerziens, Steeds Vooruit, Steeds Verder en Keer Weer. Voor een groot deel geen specifieke postduivennamen. Namen als De Toekomst en De Eendracht worden  gebruikt door binnenschippers of je ziet ze op oude coöperatieve melk en landbouwfabrieken. 
Een Vooruitgang kwam ik niet tegen. Toch  past hij een beetje bij de elektronische ontwikkelingen in de duivensport. We leven in een tijd van modules, dataloggers en chipringen. Onze software mag af en toe vernieuwd worden. We bellen mobiel, lezen uitslagen op het internet en mailen elkaar. Een mail adres is zo gemaakt: cu apestaartje duivenpad  bijvoorbeeld. U kunt het proberen. Wie weet werkt het!

Terug naar die gevallen ring. Ik heb hem tussen de mest en bodemkorrels niet teruggevonden. Ja onhandig en dom! Maar problemen met ringen zijn van alle tijden. 
In de kronieken van Arie van den Hoek lees je een stukje getiteld:’Kruipend ringen zoeken’. Als je bij te kleine jongen  veel risico neemt, dan wordt het op je knieën  over de vloer kruipen. Je kunt zegt hij zo’n jonge pieper een pootbandje omdoen en  hij vindt het verder merkwaardig dat oude duiven die ringen die nog net aan de poten kunnen, er af halen. ( bedoeld wordt eigenlijk nog net niet).
We moeten gewoon wachten en zo’n dunpoot - piepertje wat later ringen, denk ik. Oude duiven houden het nest schoon en brengen zo’n afgegleden ring soms ergens buiten het hok en dan kun je er naar fluiten. Links geringd schreef ik hier eerder. Dat wil zeggen als de duif je aankijkt. Als ze van je wegloopt is links rechts. Zo zie je maar dat alles een kwestie van optiek is.
cu




Geen opmerkingen: