Een tijdje
terug werd ik opgebeld door een min of meer bevriende duivenmelker die met de
deur in huis viel met de opgewonden mededeling:’ De koppeling heeft plaats
gevonden!’
‘Ja,’ riep ik terug,’ ik ben ook bezig, stoor me niet; ze vliegen de verkeerde bakken in, verstoppen zich in alle hoeken en gaten van het hok, waar ik ze niet hebben wil en er zit een verliefd stel ver weggekropen de tussen de rommel onder het jonge duiven hok; het zijn de blauwbonte 727 en de late Rika, ach je weet wel die van St Ghislain 5 minuten loszat….. .’
Dat was een lange zin, ik hijgde ervan.
‘Zo bedoel
ik het niet,’ meldde het andere eind van de lijn. Het was Gerard. De
grappenmaker was met zijn nieuwe vriendin onder de douche geweest en vond het nodig
mij in z’n geluk te laten delen.
Buiten op
de vliegplank waren twee jaarlingdoffers hevig aan het knokken.
‘Het gaat
helemaal mis,’ reageerde ik,’ ik heb nu geen tijd voor je, ik bel wel!’
Toen ik bij
het hok was, stopte ik de telefoon in een zak van mijn stofjas en trok de
vechtersbazen uit elkaar. Het was half februari en ik was al een paar dagen
bezig met het koppelen. Voor het grootste deel liep dat naar wens, maar ik
had moeilijkheden met een aantal dwarsliggers.
Het bontje en haar doffer wilden niet in
de hen toegedachte lage broedbak,
maar gingen eronder op het houten
vloerrooster liggen roepen en stoeien en het hielp niet dat ik ze wegjoeg.
Eerst zette ik een kartonnen doos onder het broedhok en maakte daardoor voor het duivenechtpaar die plek onbereikbaar, vervolgens plaatste ik in de bak een houten afdakje over de broedschotel. Het was een soort bushaltehokje en nu konden het bontje en haar doffer lekker in het donker kroelen. Ik had eer van mijn werk!
Eerst zette ik een kartonnen doos onder het broedhok en maakte daardoor voor het duivenechtpaar die plek onbereikbaar, vervolgens plaatste ik in de bak een houten afdakje over de broedschotel. Het was een soort bushaltehokje en nu konden het bontje en haar doffer lekker in het donker kroelen. Ik had eer van mijn werk!
Het
probleem van het stel onder het scheefgezakte hok van de jonge duiven was
ernstiger. Als ik ze hun gang liet gaan, zouden ze daar ver weg in het donker
hun jongen gaan groot brengen, als de katten uit de buurt zolang een andere kant op wilden kijken.
Ik voorzag grote problemen bij het ringen, inkorven en constateren. Er moest ingegrepen worden. Ik haalde een bezem, ging op mijn buik liggen en begon onder het hok te porren. Makkelijk ging het niet. Er lagen daar allerlei latten, planken, oude voerbakken en rollen gaas. De duiven kwamen niet te voorschijn. De poortdeur van de tuin ging open.
Ik voorzag grote problemen bij het ringen, inkorven en constateren. Er moest ingegrepen worden. Ik haalde een bezem, ging op mijn buik liggen en begon onder het hok te porren. Makkelijk ging het niet. Er lagen daar allerlei latten, planken, oude voerbakken en rollen gaas. De duiven kwamen niet te voorschijn. De poortdeur van de tuin ging open.
‘ Zo, ben
je erbij gaan liggen, ben je niet goed geworden of zo?’ Het was Wim; hij kwam
een paar late duivinnen lenen.
‘Nee, nee,’
zei ik, er zit al de hele dag een koppel duiven
in de verste hoek onder dat hok en dat vind ik niet goed.’ Ik krabbelde
overeind.
‘Laat ze
toch, joh, je koopt gewoon een extra antenneveld en legt dat ding voor die
kleine opening op de grond aan de voorkant, waar je met die schrobber lag te
rammen, de rest sluit je af. Ze komen thuis en worden gewoon geconstateerd,
hahaha!’ Hij lachte uitbundig en met heel veel lawaai. Dat deed hij altijd als
hij zichzelf leuk vond.
‘Wil je
koffie?’, vroeg ik Dat was goed. In de woonkamer werden de nodige zaken bij
geroddeld: Klaas had het aan z’n hart. Dirk
had Duitse kopers op bezoek gehad en Thijs zat om de een of andere
duistere zaak in gevangenis Wim vond dat ik laat was met de kweek. Hij had al
jongen op de klep.
‘Gerard
heeft ook gekoppeld,’ zei ik
‘Weet ik’,
antwoordde Wim,’ die doet aan vrij koppelen, die heeft alles zo bij elkaar
gegooid. ‘ Ze zoeken het zelf maar uit,’ zegt hij.
Ik keek
naar buiten en had mijn kop bij andere dingen. Geen spoor van de 727 en zijn
wulpse late jonge duivin. Voor het eerst verliefd en dan met zo’n knappe doffer
in een donker hoekje.
‘Kom maar
mee. Je krijgt een zusje van de duivin die onder het hok zit,’ bromde ik
Wim ging.
‘Die jonge
bonte valt in de hand tegen,’ zei hij nog
‘Als ze het
in de lucht maar goed doet,’ lachte ik.
De hele
verdere dag regelde ik het verkeer in het duivenhok, broedhokken open en dicht
Een grijze doffer die de voor hem bedoelde duivin bijna afslachtte, gaf ik een
andere dame.
Het werd
avond en de 727 en zijn maatje kwamen niet meer te voorschijn.
Die nacht sliep ik slecht. De volgende dag zaten ze op het dak. Ik sloot iedere opening onder het hok hermetisch af. En in de broedbak die ik ze had toebedacht bouwde ik ook maar een donker schuilhokje. Dat konden ze wel waarderen. En zo was dat probleem ook weer opgelost.
Die nacht sliep ik slecht. De volgende dag zaten ze op het dak. Ik sloot iedere opening onder het hok hermetisch af. En in de broedbak die ik ze had toebedacht bouwde ik ook maar een donker schuilhokje. Dat konden ze wel waarderen. En zo was dat probleem ook weer opgelost.
©c.u.
1 opmerking:
het liefdesleven sturen van je duiven, geen wonder dat je plat op je buik moest.
heerlijk om te lezen, Cor en je hebt vast mooie jongen gekregen, na al dat harde werken.
de anti robot cijfers moet ik met een vergrootglas lezen.
Een reactie posten