vrijdag 22 februari 2013

Gedachtenvlucht van een duivenman




Eind februari; het wordt weer langer licht. In de vroegte schetteren eksters, krassen kraaien en zingen merels. In het grote duivenhok roepen de weduwnaars. 
Voor de goede verstaander: weduwnaars zijn hier duivenmannetjes die tijdelijk tegen hun zin door de duivenbaas van tafel en bed gescheiden zijn van hun koerende vrouwtjes. Ze moeten geduld hebben tot die man in zijn  blauwe stofjas de tijd rijp acht voor een wild duiven- seksfeest.

In het kleine duivenhok is het stil. Daar zitten bevoorrechte duivendames op eitjes en sommigen vertroetelen al een paar jonkies. Die moeten ze maar goed warm houden want buiten is het nog verrekte koud en er zit motsneeuw in de lucht.
In mijn bed is het gezellig warm en ik  draai me nog eens om. Laat die vogels maar herrieschoppen. Ik ga zo nog even onder zeil. Straks zal er ijs in de drinkpannen van de duiven liggen en krijg ik stramme  tintelende vingers bij het water verversen.

Nee, de duifjes moeten nog maar wat wachten op hun voer, grit, vitaminen en mineralen. Je hebt natuurlijk onder die duivenhouders vroege vogels die, bij hun duifverzorging, weer of geen weer,  op vaste tijden volgens een  uitgekiend  schema werken.
Maar ik ben zogezegd een slordige melker. Nee, begrijp me niet verkeerd; ik melk geen koeien en duiven geven geen melk.
Duivenmensen praten met elkaar graag en veel over duiven en alles wat daar behalve vleugels, snavels en poten nog meer aan te beleven valt. Zo is dat! Ze kletsen ook veel en luidruchtig over voetbal, maar dat is dan geen melken maar misschien ouwenelen of zo.

O ja er bestaat wel iets wat duivenmelk genoemd wordt. Als de duivenzuigelingen geboren worden en dus uit het ei kruipen, voeren Pa en ma Duif kun kroost de eerste dagen met een soort wit papje. Ze hebben dat na de broedperiode van 18 dagen in hun krop gefabriceerd en het lijkt een beetje op melk.
Het spul is niet geschikt voor menselijke consumptie want je kunt er bij  je ontbijt geen behoorlijk glas mee vullen.
Een blik op de wekkerradio zegt me dat  het nog geen tijd is voor mijn  ochtendboterham met pindakaas. Als straks de kinderen op het naburige schoolplein met hun geschreeuw beginnen en de schoolbel klinkt , ga ik er uit.

Och ja die merels,  spreeuwen en kauwtjes zijn ook dol op pindakaas dat doorkruist op eens mijn dwalende gedachten. Dat heb ik laatst gezien in de tuin van een duivenclubmedelid.
Hij en zijn vrouw hadden aan hun vogelvoedertafel een  leeg conservenblik bevestigd met daarin een flinke eetlepel  pindakaas. Het was bedoeld voor de kool- en pimpelmezen, maar die verdomde brutale kraaien drongen voor en gooiden zo roet in het eten.

 ‘Doe er wat aan Gerrit’, zei Anna en die trok ondanks zijn gevorderde leeftijd een sprintje de  tuin in; alle vogels foetsie. Maar toen hij binnen een slok van zijn thee nam, was de hele zwarte roversbende weer back in Town.
Vogels….ach ze hebben zo hun eigen wetten en regels moet je maar bedenken, hun eigen pikorde en die dingen gelden  bijvoorbeeld  ook in mijn  kleine duiven- commune.
©c.u.