Witte postduiven en geen circusartiesten |
Jaren geleden toen ik nog een Lada of een dafje had, zag ik
overal auto’s van dat merk. Het leek wel of heel Nederland in zo’n solide
Russische tank rondreed Dat was natuurlijk niet waar!
Dat bepaalde dingen je opvallen, heeft meer te maken met persoonlijke interesse. Zo heeft een
duivenmelker een scherp oog voor alles wat met duif te maken heeft. Sinds ik
mijn Lada bij wijze van spreken verruild heb voor postduiven, zie ik overal wel iets dat verband houdt met mijn nieuwe
gevederde vrienden.
Als er wielrennen op
de televisie is en de camera-helicopter
zweeft boven Franse en Belgische dorpen dan zie ik overal in achtertuinen duivenhokken. Mijn
buurvrouw die met mij naar die gespierde fietsende mannen kijkt, ziet geen
hokken en duiven al helemaal niet want voor haar zijn het allemaal kraaien of
meeuwen.
Een ander voorbeeld: vorig zomer bracht ik met Jan, een
collega van school, een bezoek aan het Museum voor Oude Ambachten op de Veluwe. Wij wilden voor onze leerlingen een stuk
schrijven dat in de piste van een circus speelde en in het museum was een speciale tentoonstelling over de
geschiedenis van het circus. Er was van alles te zien. Miniatuur circustenten,
clowns, affiches met zeeleeuwen en olifanten.
Terwijl Jan al zijn aandacht bij
een fraai, maar schaars geklede pop van een trapezejuffrouw had, viel mijn
‘duivenoog’ op krantenknipsels en foto’s
over een duivenact van het circus Roberti. ‘Onze duiven kunnen schommelen, traplopen, wippen en door
brandende hoepels vliegen’, kopte een van de knipsels.
Het onderdeel
duiven, waarschijnlijk met witte
pauwstaarten of een ander soort goochelduiven,bestond uit keurig
opgeplakte gebrekkige zwart-wit foto’s
en vergeelde pagina’s van kranten die al lang niet meer bestonden.
In een
daarvan “De Echo”, een familieblad voor
geheel Amsterdam en omgeving, kon men lezen over de gedupeerde Roberti’s.
Tijdens een voorstelling in het
Sportpark was een van de duiven, een koorddanseres plotseling weggevlogen. Voor
de prijs van een dubbeltje genoten daar de kinderen uit de buurt van de
merkwaardige kunstprestaties van de Roberti’s met hun duiven.
Maar een van de
lieve diertjes aldus de krant kreeg het opeens op haar heupen en streek neer op
het dak van een huis. Vervolgens vloog
haar man, een doffer!, die ook zijn sporen als artiest verdiend had, achter
haar aan. Die probeerde zijn geliefde mee terug te lokken naar de vertrouwde
stellage in het circus, maar ze vertikte het en dus kwam de doffer alleen bij
de Roberti’s terug. Weg koorddanseres dus!
En “De Echo”deed
een beroep op zijn lezers om naar de duif uit te kijken. De gevederde circusartieste was het buitenleven niet
gewend en zou na een dag of vijf wel ergens
uitgeput in Amsterdam zijn neergestreken. Vooral de duivenplathouders
konden een handje mee helpen. Wie de
voortvluchtige koorddanseres ontdekte, kon er zo voor zorgen dat de Roberti’s
hun glansnummer weer konden brengen, want het ging tenslotte ook om hun
broodwinning.
Ik riep Jan bij
de mini- leeuwen en tijgers weg en wees hem op de witte duivenvoorstelling.
‘Dat is wel wat
voor ons stuk’, zei ik enthousiast, ‘ik
heb thuis nog een grote oude
koperen papagaaienkooi, daar zetten we een paar van mijn rooie en bonte duiven
in. Ik schrijf nog een paar dialogen. Dat is hartstikke leuk!’
Maar Jan schudde
zijn hoofd ‘Wat moeten die kinderen dan met die duiven van jou! Kun je
postduiven zo gauw allerlei geintjes leren?’
‘Nee, dat niet’
reageerde ik ‘we laten ze alleen bij de auditie optreden en dan wordt hun act
afgekeurd en dan…’
‘Hou maar op
‘zei hij ‘ die duiven van jou ontsnappen en dan vliegen ze in school rond, nee
ik zie dat niet zitten.’
Toen we een
tijdje later het museumgebouw verlieten, probeerde ik het nog eens. ‘Ik kan die
Roberti’s toch na die scène met die Lippizaners zetten.’
Mijn
collega schudde weer zijn kop. Buiten op
de parkeerplaats stond een groot ei.
‘Geef dat ei dan ook maar een plaatsje in ons nieuwe toneel.’
Het voorwerp dat
hij aanwees was niet bepaald een ei dat het duivenmelkerhart sneller deed
kloppen. Het was een groot wit geval van
piepschuim of plastic. Het had raampjes, een deur en er was een loket waar je
patat, ijs of andere versnaperingen kon kopen. Ik was helemaal van mijn stuk
gebracht. Kortom; het ei en de Roberti-duiven kregen geen rol in ons
circustoneel.
Cor Uitham
Geen opmerkingen:
Een reactie posten