dinsdag 17 maart 2015

Een fluitje van een cent






Sinds mijn vrienden en kennissen weten dat ik postduiven heb, brengen ze knipsels over duiven mee, hebben ze gekke verhalen en vragen en geven ze me dingen die met de duif te maken hebben.
Zo ben  ik inmiddels in het gelukkige bezit van een tortel van gips en een plastic houtduif, een oude langspeelplaat, met bijvoorbeeld; ‘ daar komt miene Witpen an’ en voor de kerst glazen vredesduifjes die aan dunne draadjes in de top van de kerstboom kunnen rondfladderen. Ik kreeg boeken met duiventitels zoals: ‘Een kat  tussen de duiven’ van Agatha Christie en ‘ De Zaterdagvliegers’ van Maarten het Hart.
En iemand die ik voor een etentje uitnodigde had voor mij op de Zwarte markt in Beverwijk een zilveren hoedenspeld met drie duifjes gekocht. Ik vond het een aardig gebaar, maar ik draag geen hoed en de duiven worden zwart als je ze niet regelmatig poetst.
 Nu had ik de speld natuurlijk aan clubgenoot Toon met zijn onafscheidelijke dophoedje kunnen schenken. Die slaapt er waarschijnlijk mee, want toen laatst op het CCG-kampioensfeest iemand zijn hoed gestolen had, was hij helemaal van slag.
Omdat de speld lang en scherpgepunt is heb ik dat gevaarlijke wapen zelf maar gehouden, want Toon is al ver in de tachtig. Je weet maar nooit; een ongeluk zit in een klein hoekje!
Hein, een leraar handvaardigheid van mijn school kwam na zijn vakantie in Indonesië aanzetten met een fluitje voor duiven. Niet voor mij bedoeld om op te blazen en de thuiskomende duiven binnen te loodsen, nee, de duiven konden er zelf mee fluiten. Het was een beschilderd  stukje  rotan, iets wat op kurk leek, en vreemd gevormde veiligheidsspeld.
“Kijk”, zei mijn collega,” met dit speldje maken de jongens in Indonesië zo’n fluit vast boven op de staart van een duif en als hun doffers en duivinnen rondvliegen hoor je een fluitend geluid.”
“Dat zal een hoop herrie geven, als al die duiven fluiten,” reageerde ik, “ en hoe weet je nou dat die fluitende duif van jou is en niet van de buurman?”
Hij keek mij verbaasd aan:” Waar is dat nou goed voor; het is toch gewoon voor de gein.”
“Ik zie ze bij ons op de club al grote ogen opzetten als ik mijn duiven met zo’n fluitje op hun staart inkorf,” zei ik.
“ Ze vliegen dan fluitend over Frankrijk en Belgje naar Amersfoort.”
Hein schudde z’n hoofd. “Die jongens op Java hebben gewoon duiven voor de lol, dat zijn geen  duivenmelkers zo als jullie.”
“Bovendien   is een postduif met zo’n stuk kurk op z’n rug minder snel; dat kost snelheid,” mopperde ik.
Hein lachte. “ Jaja, als ik jou was zou ik die beesten een flitspak aantrekken en er strips opplakken net als bij onze schaatsers op de sprint.”
“Kurk hoort op een fles”, reageerde ik
Mijn collega  zei: “Het kost ze niks, die liefhebbers in Indië, bedoel ik, en het heeft verder geen betekenis.  Het is trouwens bamboe en geen kurk. Het is gewoon een fluitje van een cent. Ben je er niet blij mee?”
Cor Uitham

Geen opmerkingen: