Weer is het zondag. We kijken
tegen een strakblauwe lucht aan waartegen mijn jaarlingen zich scherp
aftekenen. Maar het voorjaar is nog altijd te koud. Het is me het weekje wel
geweest. Ik heb mijn eerste jongen in het jaarlingenhok met roze ringen geringd
aan de linkerpoot en niet op de kop. Er viel natuurlijk weer een ringetje uit
m’n bibbervingers in het vloerrooster.
De 39 knokt nog steeds met z’n
bovenburen en vernielt daar eieren. Als die
oude nestdoffer daar mee doorgaat kost hem dat de kop.
Een redacteur
belde mij of ik maar even op staande voet een paar krijgshaftige duivenmelkers
wilde gaan interviewen. Ze wonen in het gebied van de grote rivieren. Dat is
niet naast de deur.Ik ben niet zo snel en jong meer. Die krantenman zal even geduld
moeten hebben.
En dan hebben we een vergadering gehad over ‘t samengaan van
verenigingen en spelverbanden. Er is daarbij over andere namen gespeculeerd.
Iemand vond ‘De Vooruitgang’ mooi, een ander dacht meer aan ‘Samen Sterk’. En
er was die onverbeterlijke grappenmaker die met doodernstig gezicht meende dat
‘Keert Uw Tegenstander’ wel handig kon zijn. Je kon die naam immers heel goed
afkorten!
Bladerend in een ringenboekje
vond ik een hele serie van die wat ouderwetse namen: de Toekomst, de Eendracht,
de Vriendenkring, Tot Weerziens, Steeds Vooruit, Steeds Verder en Keer Weer.
Voor een groot deel geen specifieke postduivennamen. Namen als De Toekomst en
De Eendracht worden gebruikt door
binnenschippers of je ziet ze op oude coöperatieve melk en landbouwfabrieken.
Een Vooruitgang kwam ik niet tegen. Toch
past hij een beetje bij de elektronische ontwikkelingen in de
duivensport. We leven in een tijd van modules, dataloggers en chipringen. Onze
software mag af en toe vernieuwd worden. We bellen mobiel, lezen uitslagen op
het internet en mailen elkaar. Een mail adres is zo gemaakt: cu apestaartje
duivenpad bijvoorbeeld. U kunt het
proberen. Wie weet werkt het!
Terug naar die gevallen ring. Ik heb hem tussen de mest en
bodemkorrels niet teruggevonden. Ja onhandig en dom! Maar problemen met ringen
zijn van alle tijden.
In de kronieken van Arie van den Hoek lees je een stukje
getiteld:’Kruipend ringen zoeken’. Als je bij te kleine jongen veel risico neemt, dan wordt het op je
knieën over de vloer kruipen. Je kunt
zegt hij zo’n jonge pieper een pootbandje omdoen en hij vindt het verder merkwaardig dat oude
duiven die ringen die nog net aan de poten kunnen, er af halen. ( bedoeld wordt
eigenlijk nog net niet).
We moeten gewoon wachten en zo’n
dunpoot - piepertje wat later ringen, denk ik. Oude duiven houden het nest
schoon en brengen zo’n afgegleden ring soms ergens buiten het hok en dan kun je
er naar fluiten. Links geringd schreef ik hier eerder. Dat wil zeggen als de
duif je aankijkt. Als ze van je wegloopt is links rechts. Zo zie je maar dat
alles een kwestie van optiek is.
cu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten