zaterdag 17 maart 2012

Eelt op je ziel en een plank voor je kop

misschien was buurman bezig met zijn slijptol


Het was drieëntwintig september. De herfst kwam op gang. Ik wachtte op de duiven. Ze moesten van Sint Quentin komen. We vlogen onze traditionele Potten - en pannenvlucht.
Geert belde. Hij dacht dat ze de 80 kilometer zouden halen.
Ik zei dat ik dat niet geloofde. Er zat veel vals licht in de lucht en de wind stond oost.
Hij was het niet met me eens, ze konden in één groot konvooi naar Midden Nederland. Dat moest toch een makkie zijn. We waren immers de enige afdeling die nog vloog. Heel Nederland had de klep al dicht.
Ik zei;’ ik bel je wel als ik wat heb!’ Maar het wachten duurde lang. Als het zo doorging haalden de duiven misschien nog net 70.
Intussen was mijn buurman lawaai gaan maken. Het was zaterdag. Dan kluste hij. De herrie kwam van een boor.een decoupeerzaag of een slijptol. Misschien zaagde hij van dik hout planken of sleep hij zijn messen.

 Ik aarzelde of ik hem tot de orde zou roepen  met een;’ Hallo jij, daar Buurman,mijn duiven moeten komen. Stop eens met dat lawaai. Zo verspeel ik een eerste prijs!’.
Ach, laat hem ook maar, dacht ik. Ik had toch weer een staartprijs; het maakte niet uit, filosofeerde ik bij mezelf.
En ik prakkiseerde verder over het nut van  zo’n late vlucht  De afdeling zou toch wijzer moeten zijn. Slechts een handvol melkers deed nog mee en. hun duiven waren in de rui en hadden zogezegd geen kleren meer aan, vlogen in hun blote kont! De meeste liefhebbers waren al op vakantie naar Turkije, Bulgarije of een huisje in West-Vlaanderen. Niemand had toch nog zin zich druk te maken over een duivenvlucht zo aan het eind van het seizoen. Zelfs NPO teletekst nam niet meer de moeite om met plusjes en minnetjes de omstandigheden op de vluchtlijn aan te geven. Niemand was enthousiast voor zo’n vliegfestijn eind september en toch ging die afdeling elk jaar later stoppen met vliegen. Protesten haalden niks uit. Misschien hadden ze een bord of plank voor hun hoofd.
Buurman was intussen uitgeherried met zijn planken, leek het.

Er viel een duif. Het was mijn 001. Prompt begon buurman Ed weer te ratelen. Ik riep’ Kom, kom maar jongen’ , naar mijn duif op het dak, maar de doffer hoorde me niet. Een halve minuut later liep ie toch binnen en werd geconstateerd. Ik ging naar de buren. In de tuin zat Ed  met blote voeten op een stoel met een vlakschuurmachine in zijn hand.
’ Waar ben je nou helemaal mee bezig, man, mijn duiven komen eraan’, riep ik.
’ Ik heb eelt op mijn voeten en dat schuur ik weg. De pedicure mevrouw heeft ook zo’n apparaatje in het klein. Hier wil het ook wel mee!.’
Ik keek ongelovig.
Hij lachte en vroeg: ’Zal ik jouw voeten ook even een beurt geven.’
’ Nee’,  schuddebolde ik. ‘ maar ik moet zo langzamerhand eelt op mijn ziel hebben, kun je daar ook iets aan doen. Hij grinnikte en zei:’  maar nu stop ik natuurlijk onmiddellijk. Waar komen ze vandaan?’
 ‘Uit de lucht ‘, zei ik, nou goed!’
Bij het klok afslaan  om 3 uur; waren we maar met een klein clubje. Er ontbraken nog al wat duiven. Het was een raar vluchtje geweest. Mijn 001 miste door buurman’ s voetverzorging net een plaats bij de eerste 10

Geen opmerkingen: