dinsdag 13 maart 2012

Porselein rijden

kijk Jan dat is een mooie vleugel


Als ‘t even kan komen mijn duiven elke dag een poosje los. Behalve als de huizen aan de overkant niet meer te zien zijn, wanneer de pannen van het dak waaien en hagelstenen  groot als duiveneieren naar beneden stuiteren, dan blijven de hokken dicht. 
Ik heb een clubmakker die zijn duiven behandelt alsof ze van kostbaar chinees porselein zijn. Altijd heeft hij  een argument om duiven binnen te houden. Het waait te hard, ‘t regent, het is te warm, er hangt wat nevel of buurvrouws poes ligt op de loer. 
Hij heet Jan Pieter, onze zorgzame duivenvriend. 

Af en toe komt hij melken, roddelen en koffiedrinken. Melken dat betekent over duiven praten.  Mijn  duiven toeren dan in het stille seizoen in de mist rond het huis of de storm blaast de late jongen hoog door de lucht.
’Heb jij je duiven met dit weer los’, vraagt hij dan met opgetrokken wenkbrauwen.’want hij vindt mij maar een amateur en hij heeft heel deskundige duivenvrienden.
‘Ja, natuurlijk, mussen, tortels, kraaien en merels vliegen altijd rond’, plaag ik dan,’je duiven zijn ook vogels!’
’Maar die zijn niet anders gewend,’ verdedigt clubgenoot J.P. zich.
’Juist, dat bedoel ik maar’, zeg ik,’ als jouw duiven bij een wedvlucht in slecht weer komen, weten ze niet wat hun overkomt; regen en wind, dat kennen ze niet. Dan raken ze de kluts kwijt!’
’Henk de Lange zegt dat duiven ‘s winters niet hoeven te trainen,’bromt Pieter Jan ontstemd.
’Jij bent veel te voorzichtig met je duiffies! En wat een onzin duiven zijn geen atleten of voetballers; ze trainen niet voor een wedstrijd en vliegen gewoon maar wat.’

‘Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast’, reageert Pieter Jan. Dat spreekwoord rolt er bij hem zomaar uit.
 ‘Heb je wel eens van zachte heelmeesters gehoord,’vraag ik vriendelijk, ‘en nu we het toch over spreekwoorden hebben, weet jij wat ’porselein rijden’ betekent ?’ Jeepee schudt zijn grote hoofd.
‘Dat zeiden taxichauffeurs vroeger als ze met een vrijend stelletje rondreden’, onderwijs ik.
’ Passagiers die achterin een auto liggen te wippen, dat heeft niks met  onze duiven uit te staan, schenk nog maar eens koffie in’, bromt Jan Pieter.
Hij kijkt verongelijkt en is duidelijk in zijn wiek geschoten. Als hij na zijn derde kop koffie en een paar bitterkoekjes opstaat, loop ik met hem naar buiten. Bij het hok kijken we nog even naar de duiven en ik laat de vleugel van een duif zien.
'Dat is een laat jong', bromt Jan,'daar heb je niks aan.'
'Daar kom je nog wel achter', zeg ik.
Hij kijkt in het hok, wijst en heft bestraffend het vingertje:'je mag de boel wel eens schoonmaken, het stinkt en je ventilatie is niet goed!'
Ik schud m'n hoofd. Het blauwe jong zet ik terug op haar vertrouwde plekje
Dan gaat hij richting tuinpoort, roept, 'ik spreek je nog wel op de vergadering', en wuift.
Exit Jan.

C.U.

2 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Ik ben blij dat het mysterie rond de raadselachtige term 'duivenmelker' nu ook opgelost is. Gewoon een kletsmajoor met een hobby...;o)

Unknown zei

@de Stripman: Ja Jan het is gewoon beeldspraak( ik had bij de koffie ook 'kletskoppen'kunnen geven ;)