De Jozef |
Met
Jan ging ik op een vriesdroge dag in januari duiven kopen. Dat wil zeggen: hij
wilde zijn fondploeg versterken en vroeg of ik meeging.
In z'n snelle BMW op
weg naar een plaatsje bij de Belgische grens bladerde ik wat in de
verkooplijst. Het zag er allemaal indrukwekkend uit; alles was familie van
elkaar; elke vogel stamde af van een fameuze Barcelona winnaar.
De
duiven hadden prachtige namen gekregen. Er stond ook een Robin op de lijst. Die
naam had ik mijn dochter bij haar geboorte gegeven. Die duif kocht ik , dat
stond vast. Weliswaar was de Fond-Robin een jonge doffer, maar dat mocht de
pret niet drukken.
De
veiling werd gehouden in zaal Romantica; ook dat beloofde veel. Ik zei Jan, dat
ik een duif wilde kopen, maar dat ik
geen plek had.
‘Die
kan in mijn kweekren,’ reageerde hij,’ dan delen we de jongen.’
‘Je
gaat niet goed’, riep ik, toen hij opeens België binnenreed.
Dat
zag ik verkeerd, meende hij: je kon beter via België en dan reed je even later
met een bocht Nederland weer in, dat was
korter.
‘Als
mijn duiven ook zo redeneren, zie ik ze nooit meer op de uitslag,’ zei ik.
Even
later parkeerden we voor het café met de erotische naam. We kochten een
koperskaart, dronken koffie en gingen duiven bezichtigen. We namen ze in de
hand, schouwden in duivenogen, klapten vleugels open en keken elkaar
veelzeggend aan. Onze voorkeur ging uit naar jonge duiven. Er was een Thea bij.
‘ Die
zal ik voor jou kopen Jan,’ zei ik, ‘ dat zal jouw Thea leuk vinden, als je met
een Thea thuiskomt.’
Jan
schudde zijn hoofd; hij zag een jonge duivin met aan weerskanten elf pennen. Ze
heette het Bolletje. Dat moest een goeie zijn.
Ik
ontdekte een duifje dat net als de zanger David Bowie twee verschillende
kleuren ogen had. Volgens een melker uit Zuidlaren, die zich ermee bemoeide,
kwam zoiets door zeer nauwe inteelt.
Overal
tussen de kooitjes speelden aspirantkopers een beetje toneel en iedereen deed
alsof hij verstand van duiven had.
Vervolgens
begon een stevige man met snor en baardje aan de veiling. Hij hield een korte
toespraak, vertelde dat de eigenaar wegens verhuizing tot verkoop gedwongen
werd en somde telkens in rap tempo de kwaliteiten van de duiven op. Hij gunde
zijn gehoor nauwelijks tijd om van bewondering en verbazing bij te komen.
De
eerste duiven gingen voor ongeveer
vijfhonderd gulden. Daarna kwam een snel bod van een paar duizend gulden. Wat
er precies gaande was , begreep ik niet, misschien stak iemand achterin de zaal
volle handen omhoog! De dikke man feliciteerde de gelukkige koper!
De
jonge duiven werden ingezet voor vijftig gulden. Jan kocht het Bolletje en
mocht ook de gelukwensen in ontvangst nemen.
Toen
ik voor minder dan tweehonderd de Robin
en de Thea binnenhaalde, kon er geen
vriendelijk woord af! Het was toch niet niks: die duifjes waren immers familie
van die wonderbaarlijke Barcelona vlieger. Ik had de smaak te pakken .
De Troef
kwam onder de hamer en bleef steken op vijfenzeventig. Die is mijn, dacht ik,
maar er kwam niemand om het verkoopbriefje te laten tekenen.
Een Maria |
Na afloop zat de duif nog moederziel alleen in z'n kooi. Ik ging verhaal halen en mocht de jonge doffer alsnog meenemen.
Achter op de stamkaart had de eigenaar geschreven: ‘Dit wordt een
extra!’Tevreden reden we, toch weer via
België, naar huis.
De duiven
vonden onderdak in Jans kweekstationnetje. De jongen die we eruit kweekten,
waren kennelijk zonder kompas geboren, want ze verdwaalden bijna allemaal, op
een enkele 'extra' na. Daarvan kunnen er ook nog wel verre achter-achterkleinkinderen op mijn hokken en hokjes rondhangen.
Ook die gaf ik vanzelfsprekend klinkende namen zoals Jozef, David, Maria en Tatjana. Het maakte niet uit Dat was maar net wat me op een zeker moment door het hoofd spookte.
Ook die gaf ik vanzelfsprekend klinkende namen zoals Jozef, David, Maria en Tatjana. Het maakte niet uit Dat was maar net wat me op een zeker moment door het hoofd spookte.
Om kort te gaan Jan had geen zin om nog langer zulke duiven kost en inwoning te verschaffen. In het najaar verhuisden de duiven daarom naar mijn hok.
Voor ik ze in mijn nieuwe kweekren losliet, gaf ik ze een naamringetje. Daarbij ontsnapte de Troef. Als een speer vertrok hij richting Brabant.
Een paar dagen geleden vloog de Thea
over mijn hoofd toen ik de deur op een kier opende. Ik had haar net gekoppeld
aan een moddervette jonge doffer. Misschien stond dat haar niet aan. Weg Thea,
en de Troef had me ook al geen spelwinst opgeleverd.
©c.u.
1 opmerking:
Mooie verhalen, Cor...!
Een reactie posten