Al enige tijd ben ik Opa Duif en mijn
kleinkinderen van 8 en ouder, ik heb er nu zes( 1 achterkleinkind), staan er soms op
mij te assisteren bij het verzorgen van de duiven als ze op visite zijn.
Ze
willen het hok in, knoeien met voer, gieten water naast de drinkbakken, ze
maken de vogels aan het schrikken, willen duiven wel even in de hand hebben, houden ze daarbij
in de wurggreep en moeten beslist stoppeljongen aaien., kortom dolle pret!
In de duivensport loop je soms tegen
wonderlijke zaken aan. Wat te denken van vlieggoud of fondolie. Bij het eerste
denk je misschien aan vlugzout, bij het laatste leg je onbewust een connectie
met loodvrij, diesel en LPG.
Wanneer je
je als buitenstaander realiseert dat die
dingen iets met postduiven uitstaande hebben, klapper je met je oren.
Maar ook als behoorlijk functionerende
grootvader word je geconfronteerd met bizarre dingen. Zo stuurde mijn
schoondochter mij begin december op pad om het spel Dokter Bibber als
sinterklaascadeau aan te schaffen. Ik had nooit van zoiets gehoord, wist niet
hoe het er uit zag of waar ik het zoeken moest.
Je moet je zoiets proberen voor te stellen. Het
spel dat je zoekt is oud en al lang uit de handel en je informeert als oude en
grijze heer bij de zoveelste speelgoed winkel naar dokter Bibber.
Het meisje
achter de toonbank vraagt om uitleg, giechelt wat en stuurt je daarna
hoofdschuddend naar een volgende zaak Ik zocht de halve stad af naar dokter
Bibber en schold stilletjes mijn
schoondochter de huid vol.
Natuurlijk kan ik de gedachtegang van zo’n
winkeljuffie volgen. Vertel voor de aardigheid eens aan kennissen en vrienden
dat je een duur bed of bankstel hebt gekocht en dat je er van bedden- en meubelzaak
Droomwereld een paar jonge duiven bij cadeau krijgt, dan zie je ze toch ook
kijken met een blik van,”Hè , duiven als bonuspunten bij een slaapkamer
ameublement, in wat voor land en tijd
leven wij!’
De affaire
Bibber was niet de enige frustratie die ik te verwerken kreeg. Toen mijn
oudste dochter in verwachting raakte, mocht ik voor haar een
zwangerschapsbelletje gaan scoren. Ze zei me dat zo’n ding bij een bepaalde
sieradenzaak wel te koop was. De
juwelier keek overdonderd en schudde bezorgd het hoofd.
Na wat omzwervingen door de stad kwam ik bij een
babyspeciaalzaak. Daar was het raak. Nu kreeg ik van een ijverige babyjuffrouw
evenwel uitgebreid instructie over het gebruik van zo’n zwangerschapsklokje.
Het belletje mocht niet te hoog op de moederbuik hangen, want de ongeboren baby
richtte zich naar het geluid en kwam dan in stuitligging terecht.
Liefdevol
pakte de winkeldame het belletje in en kakelde aan een stuk door over de voor- en nadelen van
het ‘muziekinstrument’Ondertussen dacht ik; mens schiet op.ik wil hier weg!
Thuis overdacht ik mijn avontuur! Het geluid
van dat zwangerschapsbelletje was
aangenaam en rustgevend voor het ongeboren kind.
Zou zacht en vrolijk getingel of een soort
newage muziek ook niet bevorderlijk kunnen zijn voor de jonge duiven in de
broedschotel!
Misschien een ideetje voor de duivenvrienden.
We hadden het afgelopen jaar immers al kennis gemaakt met de mechanische
bromvlieg in een kunstei, dat nota bene aan de universiteit ontwikkeld was.Van
het tril- ei kwam ik weer bij het bibberavontuur; op zoek naar dat cadeau had
ik vaag het idee gehad dat schoondochterlief mij met een kluitje in het riet
stuurde.
In het dorp van mijn jeugd stuurden plaagzieke volwassenen kinderen
bij voorkeur naar de plaatselijke ijzerwinkel of smederij met de
opdracht daar de watergaatjestang op te halen. Of je moest bij de kruidenier
azijn halen en de man zei met een uitgestreken smoelwerk:’Mijn azijn is niet
goed ze is zuur!’en omdat zuur voor je kinderzieltje vies en bedorven betekende net als in zure
melk, ging je onverrichter zake weer naar huis.
Bij onze duivenclub maakt men ook graag een
geintje. Vooral de paar jeugdleden die we rijk zijn moeten daarop bedacht zijn.
Zo tovert Rinus bijvoorbeeld bij het inkorven van duiven opeens een ei
tevoorschijn en zegt: kijk, Remco je duivin heeft net gelegd. Hier pak aan!’
Wat het sinterklaascadeau betreft! Het
Bibberspel vond ik tenslotte in een kringloopwinkel. Het is een kartonnen bord
met de afbeelding van een mannetje met allerlei openingen.
De spelende kinderen
moeten met een pincet losse lichaamsdelen
en organen uit dat kereltje peuteren. Raken ze daarbij de randen van die gaten dan klinkt er een zoemer en
gaat de neus van de patiënt branden.Kortom een krankzinnig spel Een dokter mag
niet bibberen.
Cor Uitham
Geen opmerkingen:
Een reactie posten