donderdag 13 oktober 2011

Alles in de wind, ik ben maar een schipperskind



Duivenmelkers hebben een relatie met de wind. Uit welke hoek komt die. Heeft de andere kant van de stad voordeel  van de westenwind en moeten Peter en  Koos dubbel toegeven op Jan en Gijs. Toegeven is natuurlijk oliekoek; die duiven van Gijs vliegen gewoon een langere afstand naar dat verre Hoevelaken en dat de Koosduiven een ommetje maken en niet de kortste weg naar het Oesterkwartier nemen, hebben Jan en Gijs niet op hun geweten. Praten over weer en  wind is een geliefde bezigheid van melkers.
 ‘Teletekst geeft noordnoordwest,’zeg ik tegen duivenbuurman Hendrikus die komt kijken hoe mijn duiven vallen.
‘Ben je mal’, reageert hij,’ toen ik daarnet van  de stad kwam fietsen, had ik hem voor.’
’Zouden ze dan de 75 halen’, vraag ik,
 ‘Ja, hij staat zuidwest, kijk maar naar die boomtoppen.’

Kortom we maken heel wat woorden vuil aan de wind.  Voor de goede orde; mijn duiven donderen of vallen niet echt klets boem hard op de grond. En meestal komen ze veel te laat,een teleurstelling voor mijn buurman en daar wordt hij erg somber van. Ik ook trouwens!  
Vallen heeft natuurlijk allerlei betekenissen. Ik val op een gevallen vrouw en dat valt verkeerd  bijvoorbeeld
Mijn jongere duivenbuurman Bas vindt dat ik met mijn duiven door de mand val. Hij woont twee straten verderop maar wij noemen iedereen in de naaste omgeving buurman.
Als een duif arriveert duikt ze vanaf grote hoogte met samengeknepen vleugels als een roofvogel in de richting van haar hok Dat noemen wij het vallen van een duif. Zoiets is een mooi gezicht. Het hart van een duivenmelker gaat dan open. 
Soms komt een duif ook lelijk ten val. Zwarte Streep vloog in Wijnegem tegen een hoogspanningskabel. Hij tuimelde naar beneden en landde in een speeltuin daar viel hij niet in goede aarde; er stond een groot verbodsbord; hijwas er niet welkom. Gelukkig haalde zijn baasje hem terug naar Nederland.
Zwarte Streep weer veilig thuis

Maar goed de wind dus. Zo de wind waait, waait m ’n hoedje, zegt duivenclub- makker Herman altijd. De wind heeft veel invloed op de prestaties van een duif. Dus is een duivenman ook een beetje een weer- en windman
  Bij een liefhebber in Laren waar ik ooit een jonge bonduif haalde, stond op het huis een prachtige windwijzer. Smeedijzeren letters en een pijl  vormden op het vaste deel van de windvaan de naam Sint Vincent. 
Kennelijk had de liefhebber zijn hart aan die vlucht verpand.
Clubgenoot Rinus zoekt meestal steun bij de haan op de Parochiekerk als hij wil weten of een gunstige wind zijn duiven  thuis zal brengen. Hij heeft  geen ruimte voor een fraaie windwijzer op het dak van zijn  rijtjeshuis. Maar laatst op een morgen keek hij naar de toren en dacht  te hallucineren; het  vertrouwde haantje was er niet meer. Foetsie, dat bestaat toch niet, dacht hij. ’s Middags bracht de krant de oplossing; de pas gerestaureerde haan was gestolen wellicht door rotjochies of ontgroenende studenten.
Opgelucht haalde Rinus adem; hij zag gelukkig nog  geen spoken.
 
Dat duiven iets met de zon  hebben is bekend. Die helpt hen de weg te vinden. Van de Groningse duiventuin ken ik een liefhebber met een zonnewijzer op het gazon voor zijn hokken. Op mijn vraag naar het waarom van dit mooie tuinattribuut maakt hij wat stoffige opmerkingen. Bijvoorbeeld dat hij dan kan zien wat de lokale tijd is als zijn duiven landen.
 Dat is natuurlijk onzin want zonnetijd is geen kloktijd en bovendien onzuiver. Als je  het gras maait en  tegen het ding stoot, klopt de zaak al helemaal niet meer. Het toestel  staat er dus voor de sier.
Duivenmelkers; zon, regen, weer en wind. Ze horen bij elkaar. 

Soms laten liefhebbers zelf een wind waaien. In onze club ken ik er een paar;traangas is er niks bij….. Nee, ik zal geen namen noemen. Op die manier markeren ze hun territorium of broedgebied moet je maar rekenen.'Alles in de wind ik ben maar een schipperskind; kom hier Rosa, je bent mijn liefje….',  zongen we  vroeger op school, maar dat was een heel ander verhaal en ging 't om een frisse wind.
©.c.u.

2 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Met interesse gelezen, Cor. Al zie ik hier meer houtduiven dan postduiven...;o)

Antoinette Duijsters zei

Fraai volkje, die duivenmelkers.