donderdag 10 november 2011

Overlast en klokkenspel.

Het liefst een witte ooievaar

Onze clubgenoot Mees is verhuisd naar een randgemeente. Voor sommigen was dat een opluchting, want hij vloog hard, zijn duiven rolden de boel op, en nu zag de jaloerse concurrentie zijn kans schoon.
Dat verhuizen ging niet zonder problemen. Er moesten hokken gebouwd worden en vergunning daarvoor was vereist. Van alle kanten kwam protest. Zelfs in ver verwijderde zijstraten waren bewoners bezorgd voor hun wasgoed. 
Er werd een hoorzitting georganiseerd. Mees mocht  aan een stel oproerige opstandelingen uitleggen hoe mooi, goed en onschuldig zijn hobby wel was. Na veel vijven en zessen werden de bezwaren ongegrond verklaard en mocht Mees bouwen. Trouwen is bouwen, zeiden wij vroeger, welnu, duivenhouwen is ook bouwen.

In het afgelopen jaar  zag ik weer merkwaardige berichten over duiven en de last die ze veroorzaken. De meeste mensen kunnen een duif niet van een willekeurige andere vogel onderscheiden, maar als ze het woord duif  horen slaan ze direct op tilt
Daar was allereerst  een aflevering van het Jeugdjournaal. Zwerfduiven in een of andere stad  hadden het carillon in de toren bevuild. Dat was natuurlijk geen gezicht. Misschien klonken de liedjes van het klokkenspel er minder helder door. Het kan zijn dat de beiaardier, de klokkenist, er zenuwachtig van werd. Wie zal het zeggen!

Het jeugdnieuws liet  beelden zien van de bescheten klokken. Buiten op een richel liepen wat witte en bonte  duiven. De man die muziek in de toren speelde, kwam aan het woord. De duivenpoep tastte volgens hem op den duur het metaal van de klokken aan. Waar hij die wijsheid vandaan had, werd niet duidelijk. 
De vrouwelijke burgemeester van het stadje verscheen voor de camera, compleet met ambtsketting. Ze liet weten dat het een schande was, dat haar klokkenspel zo werd beschadigd! Er kwamen maatregelen. De duiven moesten vertrekken, ze mochten niet meer gevoerd worden. Men zou netten voor de galmgaten spannen, de beesten konden er dan niet meer in en de klokken kregen een grote schoonmaakbeurt. Tot slot liet de redactie van het jeugdjournaal nog een shot zien van een nest met eieren. Vijf gespikkelde eieren!
“Ja,” zei de nieuwslezeres, “ de duiven moeten voortaan ergens anders een nestje maken.”

Kraaieneieren, dacht ik, duiven leggen bij mijn weten geen gespikkelde eieren en nooit meer dan twee. Wat een domme toestand. Zo moet je de jeugd maar iets leren! 
Het was waarschijnlijk ook  zo dat kraaien en duiven niet gebroederlijk in dezelfde ruimte of omgeving nestelen. Kraaien stelen eieren van andere vogels.  Bij mij hadden tenminste  van de zomer kraaien en eksters eieren gestolen.
Verder zagen we dit jaar iets over problemen met duiven in Rotterdam, Utrecht en Culemborg. In Utrecht vielen de duifachtige individuen op het perron de reizigers lastig met uitwerpselen. 
De kwestie werd grondig aangepakt. Men hing vangkooien op. Valkeniers lieten roofvogels laat in de avond of in de nacht in het station los. De duiven kropen weg in het voor hen bestemde opvangverblijf. 
De zieke duiven maakte men op  humane manier af, aldus de krant, gezonde dieren gingen naar een  duivengevangenis ergens in het Zuiden. Daar werden ze  verzorgd en zo lang vastgehouden tot ze volkomen gedesoriënteerd waren, dan werden ze in vrijheid gesteld!

In Rotterdam brachten stadsduiven volgens verslaggevers  ziekten over als paratyfus en longaandoeningen. Het waren vliegende ratten die ook nog eens ongedierte bij zich hadden.
En in Culemborg tenslotte waren verwilderde duiven funest voor de mooie historische gebouwen. Een ambtenaar, van stadstoezicht wellicht, had er geteld hoeveel gevleugelde geveltoeristen de stad rijk was. Volgens zijn berekening waren dat er exact 199.
Dat is knap, dacht ik. Hoe kon die man zo precies het duivenbestand inventariseren. Het klopte bovendien niet, want ik had juist diezelfde week een witte sierduif in dat stadje losgelaten, een  witte kropper, die  als een macho,  een Rotterdamse Hooligan, zijn bolle borst hoog voor zich uitdroeg. Dat beest was bij mij komen aanvliegen en maakte mijn weduwnaars zenuwachtig. 
Een oud- leerling van mij ging die dag in het middeleeuwse stadje  trouwen en ik wilde dat een feestelijk tintje geven.  
Dat werd dus 200 duiven, want  de kans dat de duif terugvloog naar Amersfoort was klein. Culemborgers mochten ook geen duiven voeren van die geïnterviewde ambtenaar. Maar hoe zat dat dan met al die bruidsparen, die rijkelijk met rijst bestrooid werden op het bordes van het mooie stadhuis!

Tussen de regels lezen we weinig kennis van zaken en veel onbegrip. Mensen hebben in het algemeen een soort haat- liefde verhouding met duiven. Ze staan met een verheerlijkt gezicht duiven te voeren op pleinen in Amsterdam, Londen en Rome. 
Men laat bij trouwerijen en andere feestelijkheden graag witte duiven los, immers een duif is het symbool van onschuld en vrede.  Misschien zou men het liefst een  witte ooievaar loslaten. Nee niet een echte natuurlijk, maar  het soort duif at daar wat op lijkt.
We hebben soms de mooiste liedjes over duiven. Annie M.G.Schmidt met “Duivies, duivies kom maar Gerritje , en niet te vergeten Gert en Hermien met hun,”Alle duiven op de Dam, ja die weten hoe het kwam’, want duiven hebben verstand van het liefdesspel.

Dat brengt mij terug bij Mees. Niet dat liefdesspel natuurlijk! Nee, die dubbele houding van mensen. Duiven zijn aardig, maar van een afstand, moet je maar denken. Al die negatieve en onjuiste publiciteit over duiven is niet wenselijk.
In het nieuwe dorp van Mees is de rust weergekeerd. Het blijkt allemaal wel mee te vallen met die poep en zo. De mensen wennen aan zo’n klad, rondjes vliegende duiven en staan er niet verder bij stil.                                              
c.u.

6 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Goedzo, Cor ! Breng die onwetenden maar wat broodnodige kennis bij. Als ik iets schrijf over de houtduiven op mijn balkon krijg ik ook vaak oliedomme en negatieve reacties. Terwijl geen houtduif ooit op of in je huis zou willen nestelen.

Aan de andere kant kunnen verwilderde duiven, van het rotsduif-type, wel knap lastig zijn en je hele balkon onder schijten. Maar met wat eenvoudige aardbeien-netten is dat makkelijk te voorkomen...;o)

Antoinette Duijsters zei

Cor, nu moet ik je toch tegenspreken, verwilderde duiven kunnen veel overlast veroorzaken, vooral als ze met veel zijn, in steden dus. En duivenmelkers zouden dus best wat meer verantwoordelijkheid moeten tonen.

De eieren waren van kauwen, die broeden in torens, kraaien niet.

Unknown zei

@Antoinette; de zwerfduiven in de steden zijn voor 99% ongeringd; ze wonen al sinds mensenheugenis in de stad en zo. Wat die verantwoordelijkheid betreft:wat zouden zij dan moeten doen......( wat de kauwtjes aangaat heb je natuurlijk helemaal gelijk)

Jan de Stripman zei

@antoinette en cor - De vraag is ook wie er eerder waren, de stadsduif, in feite een rotsduif die in de bebouwing van de stad omstandigheden aantreft die veel op zijn natuurlijke habitat lijken, of de verwilderde postduif ? De postduif is ook een rotsduif, maar dan een gedomesticeerde...

Unknown zei

@Stripman; als je heel ver teruggaat klopt dat wel dan heeft de postduif ook een paar veertjes meegegekregen van de rotsduif(niet te verwarren met rotduif) Ik vraag me trouwens af wat voor duiven de Kasteelheren in de Middeleeuwen erop na hielden

Jan de Stripman zei

@cor - Dat lijkt me een mooi onderwerp voor jou om te onderzoeken. Ik denk dat het is als de wolf die de voorouder is van de hond. En de wolf was ook geen graag geziene gast...;o)