donderdag 12 juli 2012

Trefpunt Wolvega


 Een paar zomers geleden kreeg clubgenoot Rinus bericht uit Wolvega. Er zat een jonge duif. De vogel was  ’s morgens van Morlincourt vertrokken, had Amersfoort links  laten liggen en was gestrand bij de heer B.
Rinus zei dat de duif teruggehaald zou worden. De gastvrije liefhebber had, zei hij,  een beter plan. Zijn Buren maakten de volgende dag een  tochtje naar Ravenstein dat zuidelijk van  het Amersfoortse hok moest liggen Ze konden die duif daar wel loslaten. Dat werd afgesproken. 

Die buren vonden het allemaal  machtig  interessant en maakten zelfs een foto van de eenduifslossing Alles ging volgens plan, maar Rinus z’n duif liet zich die dag niet zien. ’s Avonds meldde de telefoon dat de  jonge vlieger weer in Friesland zat. 
Als een duif het in z’n hoofd heeft gehaald dat ’t hok in Wolvega staat dan breng je hem niet zo snel op andere gedachten. Zeker niet  als hij liefdevol is opgevangen. Een paar dagen later moest Rinus dus  alsnog  voor z’n duif op pad. 

Twee weken daarna had ik zelf Wolvega aan de lijn. De wonderen waren de wereld nog niet uit! Ene Boelsema daar  had mijn 46,de enige duif die ik op Troyes miste, opgevangen. Op Pont St Maxcense was dat duivinnetje als eerste geklokt en nu was ze doorgeschoten. Dat zei ik allemaal tegen de beller.
’Ik haal haar op’, riep ik hard in de hoorn, want Friesland is een eind weg. De Wolvegase liefhebber had een beter idee. 
‘Ravenstein’, schoot me door ‘t hoofd. Ik vroeg of hij clubgenoot Rinus kende. Dat was zo! 
Hij lachte en vertelde dat ‘t een hobby van hem was verdwaalde duiven weer thuis te bezorgen. 

Toevallig zat er ook een duif uit Leusden bij hem. De eigenaar kwam de volgende dag en als die mijn 46 ook meenam, sloegen we twee vliegen in een klap. Ik zei dat Leusden bij Amersfoort op de stoep lag. Dat ik wel even bellen zou.   
Zaterdag los bij Troyes, zondag in Wolvega en maandag naar Leusden: zo kreeg ik mijn duif gemakkelijk terug.. In Leusden loslaten! Nee, stel je voor, dat ze weer de kuierlatten naar  die goede meneer B nam. 
Inmiddels ben ik zelf toch ook eens in dat Wolvendorp  poolshoogte gaan nemen. Bij een liefhebber daar  heb ik wat bonte duiven op de kop getikt, want ik hou wel van een beetje kleur op het hok. 
De mooie toeristische weg via de de polders erheen geeft  geen problemen, maar in de plaats zelf raak ik in de war. 
De straat van mijn bestemming heeft meerdere zijarmen en heet De Omgang; bij die naam denk ik dan aan andere dingen en raak ik wat van de kook zullen we maar zeggen. Een postduif heeft van dergelijke dingen natuurlijk geen last; bovendien heeft de vogel vanuit de lucht een goed beeld van dat onoverzichtelijke dorp.
C.U.