Een paar zomers geleden kreeg clubgenoot Rinus
bericht uit Wolvega. Er zat een jonge duif. De vogel was ’s morgens van Morlincourt vertrokken, had
Amersfoort links laten liggen en was
gestrand bij de heer B.
Rinus zei dat de duif teruggehaald
zou worden. De gastvrije liefhebber had, zei hij, een beter plan. Zijn Buren maakten de
volgende dag een tochtje naar Ravenstein
dat zuidelijk van het Amersfoortse hok
moest liggen Ze konden die duif daar wel loslaten. Dat werd afgesproken.
Die
buren vonden het allemaal machtig interessant en maakten zelfs een foto van de
eenduifslossing Alles ging volgens plan, maar Rinus z’n duif liet zich die dag
niet zien. ’s Avonds meldde de telefoon dat de
jonge vlieger weer in Friesland zat.
Als een duif het in z’n hoofd heeft
gehaald dat ’t hok in Wolvega staat dan breng je hem niet zo snel op andere
gedachten. Zeker niet als hij liefdevol
is opgevangen. Een paar dagen later moest Rinus dus alsnog
voor z’n duif op pad.
Twee weken daarna had ik zelf Wolvega aan de lijn.
De wonderen waren de wereld nog niet uit! Ene Boelsema daar had mijn 46,de enige duif die ik op Troyes
miste, opgevangen. Op Pont St Maxcense was dat duivinnetje als eerste geklokt
en nu was ze doorgeschoten. Dat zei ik allemaal tegen de beller.
’Ik haal haar op’, riep ik hard
in de hoorn, want Friesland is een eind weg. De Wolvegase liefhebber had een
beter idee.
‘Ravenstein’, schoot me door ‘t hoofd. Ik vroeg of hij clubgenoot
Rinus kende. Dat was zo!
Hij lachte en vertelde dat ‘t een hobby van hem was
verdwaalde duiven weer thuis te bezorgen.
Toevallig zat er ook een duif uit
Leusden bij hem. De eigenaar kwam de volgende dag en als die mijn 46 ook
meenam, sloegen we twee vliegen in een klap. Ik zei dat Leusden bij Amersfoort
op de stoep lag. Dat ik wel even bellen zou.
Zaterdag los bij Troyes, zondag in Wolvega en maandag naar Leusden: zo
kreeg ik mijn duif gemakkelijk terug.. In Leusden loslaten! Nee, stel je voor,
dat ze weer de kuierlatten naar die
goede meneer B nam.
Inmiddels ben ik zelf toch ook eens in dat Wolvendorp poolshoogte gaan nemen. Bij een liefhebber daar heb ik wat bonte duiven op de kop getikt, want ik hou wel van een beetje kleur op het hok.
De mooie toeristische weg via de de polders erheen geeft geen problemen, maar in de plaats zelf raak ik in de war.
De straat van mijn bestemming heeft meerdere zijarmen en heet De Omgang; bij die naam denk ik dan aan andere dingen en raak ik wat van de kook zullen we maar zeggen. Een postduif heeft van dergelijke dingen natuurlijk geen last; bovendien heeft de vogel vanuit de lucht een goed beeld van dat onoverzichtelijke dorp.
C.U.
1 opmerking:
Leuk verhaal.
Een reactie posten